Week 14 HC.6 Flashcards
hypertensie
hoge bloeddruk
systolische druk hoger dan 140 mmHg
diastolische druk hoger dan 90 mmHg
geïsoleerde systolische hypertensie
alleen systolische bloeddruk te hoog. Dit kan komen doordat elasticiteit van vaten afneemt
primaire hypertensie
oorzaak niet bekend.
Vaak combinatie tussen erfelijke factoren en factoren van buitenaf.
Complicaties kunnen cardiaal, cerebrovasculair of renaal zijn.
HMV
SV x HF
BD bepaald door:
HMV en perifere vaatweerstand
verhoogde vaatweerstand oorzaak
bij langer bestaande hypertensie door de afwezigheid van renale vaatverwijders
sympatische activiteit
zorgt voor toename perifere weerstand, toename HMV en toename veneuze return
nieren gestimuleerd door sympatische zenuwstelsel (gevolg)
meer angiotensine II gevormd (toename vaatweerstand), toename aldesteron (meer natriumretentie) waardoor circuleren bloedvolume groter wordt
baroreceptoren
zorgen via CZS voor afname sympatische activiteit
renine
als BD te hoog is zal renine afgifte dalen en minder natriumretentie plaatsvinden
secundaire hypertensie verschillende oorzaken
parenchymateuze nierziekte
vasculair
endocrien
slaap apneu syndroom (OSAS)
zwangerschap
dieet
latrogeen
monogenetisch
neurogeen
obstructief slaapapneu syndroom (OSAS)
syndroom waarbij patiënt tijdens slapen minimaal 15x per uur een ademstilstand (apneu) krijgt
Kan ontstaan door obstructie bovenste luchtweg, doordat tong bij ontspannen in keel zakt.
Er ontstaat hypoxemie - sympathicus activiteit neemt toe - sneller ademen en BD stijgt
hypoxemie
verlaagd zuurstofgehalte in bloed
nycturie
nachtelijk plassen
nierinsufficiëntie
leidt tot hypertensie vanwege onvermogen van nier om bij normale BD vordoende natrium en water uit te scheiden