Week 14 HC.9

Question 1

voorbereiding niertransplantatie

Answer 1

• bloedgroep
• weefseleigenschappen -> HLA-typering en anti-HLA antistoffen
• uitgebreide medische screen
• risico op recidief van nierziekte
• chirurgische beoordeling (vaatstelsel/overgewicht/plaatsing)
• donornier

Question 2

procedure nier transplantatie

Answer 2

implantatie in linker/rechter fossa. Daar kan nier worden aangesloten op grote bloedvaten en is blaas dicht in de buurt, waardoor geen lange ureter nodig is

Question 3

complicaties niertransplantatie

Answer 3

• trombose
• bloeding
• infectie
• lekkage/stenose van urineleider

Question 4

immuun herkenning

Answer 4

antigeen presenterende cel, zoals macrofaag, neem antigeen op en knipt deze in stukjes. Deze stukjes gepresenteerd op HLA-moleculen op membraan. T-helpercel kan geactiveerd worden en cytotoxische T-cellen activeren die via cytokinen zorgen voor cellysis
B-cel kan zelf antigeen herkennen maar moet geactiveerd worden door T-herpercel. Daarna antistoffen produceren

Question 5

fasen van immuunsupressie

Answer 5

eerste fase = inductiefase (tijdelijk extra immuunsuppressie toegediend, waardoor kans op afstoting lager is) - intraveneus
tweede fase = onderhoudsfase (kan verlaagd worden. Richten zicht op T-cellen) - tabletten

Question 6

immuunsuppressie medicijnen

Answer 6

tacrolimus, mycofenolaat mefotil, basiliximab
hiermee worden specifieke signale van immuuncellen geblokkeerd

Question 7

werkingsmechanisme immuunsuppressie medicijnen en bijwerkingen

Answer 7

• tacrolimus = remt calcineurine wat essentieel is voor communicatie tussen T-cel en APC via HLA-moleculen
• basiliximab = inductietherapie door interleukine 2 te remmen
• azathioprine = remt celdeling, T-cellen niet meer delen
• mycofenolaat mofetil = remt T-cel deling doordat er geen bouwstenen zijn voor DNA
• prednison

Question 8

nadelen immuunsuppressie

Answer 8

infecties
hart- en vaatziekten
kanker
(op lange termijn) nierschade

Question 9

infecties

Answer 9

bacterie, virus, schimmel

• cytomegalovirus (CMV) = familie van herpes. Symptomen variëren van 0 tot levensbedreigend
• pneumocystis jiroveci pneumonie (PJP) = gistachtige schimmel die ernstige pneumonie veroorzaakt

Question 10

hart- en vaatziekten

Answer 10

medicatie verhoogt risico en hypertensie speelt ook een rol. Basislijden kan ook cardiovasculair zijn.
Belangrijk is letten op leefstijl, BD, proteïnurie remming, statines, stoppen met roken

Question 11

nefrotoxiciteit van immuunsuppressie

Answer 11

acuut = vasoconstrictie van afferente arteriole, trombotische microangiopathie, isometrische tubulaire vacuolisatie en tubulaire disfunctie met elektrolytenstoornis
chronisch = interstitiële en glomerulaire fibrose (soms tubulaire atrofie)