Week 14 HC.4 Flashcards
nefritisch syndroom
ontsteking gekarakteriseerd door leukocyten, macrofagen en granulocyten.
gekenmerkt door hematurie
voor barrière waar geen erytrocyten doorheen mogen moet er continuïteit zijn tussen capillair en kapsel van bowman. Is dit er niet dan kan er hematurie ontstaan.
Er zijn podocyten kapot, waardoor je rechtstreekse verbinding hebt naar tubulus lumen
kenmerken nefritisch syndroom
- oligurie = minder plassen
- nierinsufficiëntie (afname GFR)
- proteïnurie (<3 gram/dag)
- oedeem
- hypertensie
ontstaan proteïnurie nefritisch syndroom
er treedt beschadiging op van filtratie barrière. IgG’s binden antigeen en twee gebogen IgG’s binden aan C1q waarop C1q wordt geactiveerd (eiwitten die in bloed circuleren). C1q zet cascade in werking die meer eindproduct maakt.
membrane attack complex
ontstaat onderin complementsysteem. Boormachine maakt gaten in membraan van bacteriën, maar ook gewone cellen zoals podocyten
immuuncomplexen (vorming)
cel herkent antigeen - gaat naar lymfeklier - presenteert het middels antigeen presenterende cel (APC) aan geheugencellen - extra IgG maken - na 2 weken productie goed op stoom en treden immuuncomplexen op
te veel immuuncomplexen kan neerslaan in glomerulaire basaalmembraan. Hoe dichter bij bloed hoe meer kans op nefritisch syndroom
nefritisch/nefrotisch syndroom plaats
nefritisch syndroom = neerslaan immuuncomplexen onder endotheelcellen of als leukocyten bij antigenen kunnen
nefrotisch syndroom = neerslaan antilichamen boven endotheelcellen
Anti-GBM antilichamen
antistoffen tegen glomerulaire basaalmembraan. Er is sprake van lineaire depositie antistoffen (IgG).
behandeling is plasmaferese dialyse waarbij circulerende IgG uit bloed wordt gehaald
poststreptokokken glomerulonefritis
streptokokken eiwitten lopen vast in basaalmembraan en geven daar ontsteking. Heeft sterk achteruitgaande nierfunctie.
anti-cytoplasmatische antigenen: ANCA-antistoffen
ziekte van Wegener (of GPA).
antistof gericht tegen witte bloedcellen. Het gaat om anticytoplasmatische antilichamen die tegen cytoplasma van leukocyten werken. Door antistoffen te binden, worden witte bloedcellen zo onrustig dat ze op allerlei plekken de wand ingaan
membraneuze glomerulopathie
auto-immuunziekte tegen PLA2-R, maar omdat immuuncomplexen vlak onder podocyten zitten, geen ontstekingsreactie
lupus erythematodes (SLE)
leidt tot auto-immuun problemen. Lichaam maakt antistoffen tegen DNA en compartimenten van DNA