Week 12 HC.9 Flashcards

1
Q

CVA

A

cerebrovasculair accident
beroerte/ongeluk in bloedvaten van hersenen
(synoniemen = TIA, beroerte, hersenbloeding, herseninfarct, stroke)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verschillende soorten hersenbloedingen op basis van locatie

A
  • epiduraal hematoom (trauma) = halve maanvorm langs schedel. Dura naar binnen gedrukt
  • Subduraal hematoom (acuut -trauma/chronisch bij ouderen waarbij hersenen krimen en venen op spanning komen te staan)
    -SAB: subarachnoïdale (traumatisch of door aneurysma in circel van Willis). Bloeding die zich tussen gyri van hersenen verspreidt
  • intracerebrale bloeding (traumatisch of spontaan door bloedverdunners of hypertensie) = bloeding in parenchym van hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken hersenbloeding

A

trauma, spontaan (atherosclerose, hypertensie, diabetes mellitus, antistolling), arterioveneuze malformatie (vaak door sacculair aneurysma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

symptomen bloeding CVA

A

hoofdpijn, cognitieve stoornissen, epilepsie, klachten lijkend op ischemisch CVA door verdringing bloedmassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ischemisch CVA

A

gebied waar geen doorbloeding is. Meestal in stroomgebied van arteria cerebri media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

atherosclerose in verschillende halsslagaders

A

brein heeft niet veel last van langzaam groeiende plaque omdat er meerdere vascularisaties aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

plaqueruptuur

A

trombus kan acute occlusie geven. Stolsel dat vormt kan propjes afgeven en dit leidt tot ischemisch infarct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

risicofactoren ischemisch CVA

A

roken, leeftijd, man, familiair, bloeddruk, diabetes mellitus, atriumfibrilleren, atherosclerose, hypercholesterolemie, druks, alcohol, obesitas, sikkelcelanemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

amaurosis fugax

A

kortdurende, tijdelijke uitvat van 1 oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

TIA

A

transient ischaemic attack
Uitval is minder dan 24 uur en er is volledig herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

herseninfarct (stroke)

A

geeft blijvende uitval. Dit is wel of niet revaliderend.
minor = minder dan een week symptomen
major = meer dan een week symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hemisfeer

A

eenzijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

neurologische symptomen CVA

A

halfzijdig krachtverlies, halfzijdig gevoelsverlies, verwarring en spraak- en taalproblemen (bewusteloosheid, hoofdpijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

meest voorkomende strokes in welk gebied?

A

arteria cerebri media gebied (hier zit motorische schors.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

afasie

A

uitval spraakcentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vertebrobasilair

A

achterste stroomgebied van hersenen

17
Q

FAST

A

face, arms, speech, time
gezicht: laten lachen
arm: beide armen laten uitsteken (met ogen dicht)
spraak: verandering in spreken
tijd: hoelaat begonnen, tijd om 112 te bellen

18
Q

behandeling infarct

A

CT-scan hersenen - (als niet meer acuut is) duplex en CT-angiografie van carotiden - ECG - echocardiogram hart - bloedonderzoek voor stollingsafwijkingen

19
Q

therapie acuut herseninfarct

A

trombolyse. Binnen 4,5 uur systemische trombolyse om stolsels te behandelen. Daarom onthouden hoelaat infarct begonnen is.

20
Q

trombosuctie

A

via katheter wordt de trombus mechanisch verwijderd
(risico is dat stolsel uit elkaar valt)

21
Q

preventief recidief CVA

A

antistolling, bloeddrukverlagende middelen, statines
risicomanagement

22
Q

endarteriëctomie

A

operatie uitgevoerd om toevoer van bloed door a. carotis interna naar brein veilig te stellen. Vernauwing eruit pellen.

23
Q

NNT

A

numbers needed to treat
het is 9