Week 13 HC.8

Question 1

diagnosticeren ritmestoornissen

Answer 1

12-afleidingen ECG
(fiets)ergometrie voor mensen die tijdens inspanning ritmestoornis krijgen
holter - gedurende 24 uur ritme monitoren
event recorder - kan voor een maand meegegeven worden. zodra klachten optreden aansluiten
ILR (implantable loop reconder) - onder huid plaatsen

Question 2

heart rate variability

Answer 2

zegt iets over innervatie hart en verlaagde heart rate variability geeft verhoogde kans op sudden cardiac death

Question 3

TILT-test

Answer 3

patiënt vastgebonden op tafel. BD en HF gemeten tijdens kiepen tafel van 180 naar 90 graden. Bij mensen met neurovegetatieve reactie zullen eerst daling in BD krijgen daarna stijging in HF.

Question 4

sinus carotic massage

Answer 4

zorgt voor sterke vagale inhibitie van hart. Mensen kunnen pauzen tot 1 minuut krijgen - ook reden van syncopes (bij bv omdoen van stropdas)

Question 5

medicijnen hartritmestoornissen onder verdelen in 5 klassen

Answer 5

klasse 1 = natriumkanaalblokker
klasse 2 = bèta blokker
klasse 3 = calciumkanaal veranderen - actiepotentiaal verlengen
klasse 4 = calciumblokkers
klasse 5 = overig

Question 6

ablatie

Answer 6

met katheter geleiding van hart gemeten. Weefsels wegbranden die processen als re-entry kunnen verhinderen

Question 7

reanimatie

Answer 7

30 borstcompressies en 2 beademingen

Question 8

device therapie

Answer 8

• VVI/AAI eendraads pacemakers (sinusknoopdisfunctie)
• tweedraads katheter bij AV-blok
• driekamersysteem (biventriculaire pacemaker/CRT-P) in LA, RA, LV bij ernstig hartfalen

Question 9

implantable pacemaker circuit

Answer 9

bestaat uit implantable pulse generator (IPG), draden (kathode/anode) en lichaamsweefsel

Question 10

indicaties voor pacemaker

Answer 10

• sick sinus syndrome
• sinusbradycardie met klachten
• AV-blok
• Wenckebach-gedrag

Question 11

ICD (+indicaties)

Answer 11

implantable cardiac device
kan shock geven of serie pulsjes
-iedereen die al een keer VT/VF heeft gehad
-aanhoudende VT