VO1a en b, week 2 vragen en antwoorden Flashcards

1
Q

Wat is de origo van de flexoren van de pols en hand en wat is de
origo van de extensoren van de pols en de hand?

A

Flexoren à epicondylus medialis
Extensoren à epicondylus lateralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door welke zenuw wordt m. brachialis gedaan?

A

n. musculocutaneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door welke zenuw wordt brachioradialis gedaan?

A

n. radialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Door welke zenuw wordt de m. pronator teres gedaan?

A

n. medianus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke grote spierpees loopt over het olecranon?

A

m. biceps brachii

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stel dat u in het elleboog gewricht moet zijn en u de vrije keus heeft om een
benadering te kiezen. Wat is (gezien de structuren die om het gewricht lopen)
de benadering waarbij u het minste kans loopt op aanrichten van schade?

A

dorsolateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Landmarks overgang carpalia aan dorsale en palmaire zijde

A

dorsaal: Processus styloideus van de radius, Tuberculum van lister,
Processus styloideus van de ulna

palmair: meest distale huidplooi onderarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de landmarks/palpeerbare
structuren aan de dorsale zijde van de hand voor de overgang carpalia - metacarpalia?

A

Metacarpale I, III en V van distaal naar proximaal palperen tot u bij een
kuiltje/klein inhammetje uitkomt, het articulatio carpometacarpale (CMCgewricht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk ligament vormt de carpale
tunnel? Aan welke ossale structuren zit dit ligament bevestigd?

A

retinaculum flexorum

radiaire zijde: os scaphoideum en os trapezium

ulnair: os pisiforme, os hamatum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke anatomische structuren lopen door de carpale tunnel?

A
  • 9 pezen en een zenuw
  • Flexor digitorum superficialis (FDS) en FDP ( 2 x 4 )
  • Flexor pollicis longus
  • N. medianus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke extensoren hebben hun insertie op de basis van metacarpale II + functie

A

m. extensor carpi radialis brevis en longus > extensie van de pols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke extensoren hebben insertie op de
basis van metacarpale V? Wat is de functie van deze spieren?

A

m. extensor carpi ulnaris, extensie pols

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heten deze
verbindingen tussen m. extensor digitorum communis pezen en wat is het effect hiervan?

A

Vinculae intertendiniae à hoe meer verbindingen, hoe lastiger de vingers
apart van elkaar te bewegen, maar geeft wel stabiliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Loges dorsale zijde pols

A
  • Loge 1 : M. abductor pollicis longus en M. extensor pollicis brevis
  • Loge 2 : M. ext carpi radialis brevis en M. ext carpi radialis longus
  • Loge 3 : M. ext pollicis longus
  • Loge 4 : M. ext digitorum communis
  • Loge 5 : M. ext digiti minimi
  • Loge 6 : M. ext carpi ulnaris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door welke structuren wordt de “tabatiere anatomique” gevormd?

A

M. extensor pollicis brevis en M. extensor pollicis longus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt bedoeld met het opponeren van de duim?

A

het brengen van de top naar de andere vingers van dezelfde hand

17
Q

. Bestudeer het verloop van de m. flexor digitorum profundus (FDP) en de m.
flexor digitorum superficialis (FDS) over de phalangen. Hoe lopen deze pezen
ten opzichte van elkaar en wat is hun insertie? Wat is de functie van de FDP en
FDS?

A

T.h.v. articulatio MCP en proximale phalanx doorboort de FDP de FDS
Insertie FDP: basis distale phalangen van digiti II-V à flexie van de DIP
Insertie FDS: basis middelste phalangen van digiti II-V à flexie van de PIP

18
Q

Wat zijn pulleys, waar liggen ze/wat is hun functie en hoeveel zijn er per
vinger?

A

ligamentaire verbinding met doel de flexor pezen op zijn plaats te
houden
- Liggen aan de volaire zijde van de hand / vingers
- Te onderscheiden zijn de ligamentum annulare (A-pulleys, 5/vinger) en
ligamentum cruciata (C-pulleys, 3/vinger)

19
Q

Door welke arteriën worden de onderarm / pols / hand en vingers
gevasculariseerd?

A

a. radialis en ulnaris

20
Q

Wat vormen de a. radialis en a. ulnaris in de palm van de hand en uit welke 2 delen bestaat dit?

A

arcus superficialis en arcus profundus

21
Q

Welke zenuwen zijn actief in de hand en waar kunt u deze identificeren?

A

N. ulnaris en N. medianus (n. radialis is in de hand alleen nog maar sensibel)

  • Te identificeren: n. ulnaris thv tunnel van Guyon (palmair over de
    carpale tunnel, parallel aan de a. ulnaris
    n. medianus thv carpale tunnel
22
Q

uitval n. radialis

A

dropping hand = uitval extensoren van pols en vingers

23
Q

uitval n. medialis

A

preachers hand = uitval flexoren duim, wijsvinger en middelvinger

24
Q

uitval n. ulnaris

A

klauwhand = uitval meeste intrinsieke handspieren en flexoren van ringvinger en pink

25
Q
A