Slimbuddy Flashcards
schouder-arm
rotator cuff, m. deltoideus, m. biceps brachii, m. coracobrachialis, m. teres major, m. supraspinatus
romp-arm
latissimus dorsi, pectoralis major
romp-schouder
levator scapulae, rhomboideus, pectoralis minor, serratus anterior
internal rotation lag test spier
m. subscapularis
external rotation lag test
m. supraspinatus en m. infraspinatus
drop arm test
m. supraspinatus
ziekte van Kienbock
avasculaire necrose van os lunatum
Bij een scapholunaire dissociatie (SL-letsel) treden er specifieke bewegingen op van het os scaphoideum en het os lunatum.
Welke bewegingen zijn dat?
scaphoid: flexie
lunatum: extensie
Ficat 1
geen veranderingen
Ficat 2
subchondrale sclerosen, cysten
Ficat 3
subchondrale collaps, fractuur heupkop (crescent sign)
Ficat IV
femurkop inzakking
behandeling ficat 1/2
druk verminderen door het op te boren
Wat is het pathofysiologisch mechanisme van een aseptische loslating van een prothese?
Polyethyleen slijtage partikels geven aanleiding tot een ontstekingsreactie door macrofagen met botresorptie (osteolyse) rond de prothese.
De enkelvork wordt gestabiliseerd door twee ligamenten en één junctura fibrosa.
Noem deze drie structuren
lig. tibiofibulare anterius en posterius, membrana interossea cruris
Noem drie evident verschillende oorzaken van interne volumetoename bij compartimentsyndroom
- crushletsel
- fractuur
- bloeding
- schotverwonding
- rhabdomyolyse
Osgood Schlatter
tuberositas tibiae
Sinding Larsen Johanssen
patella
Perthes
heup
Scheuermann
wervelkolom
Kohler
os naviculare
Freiberg
caput os metatarsale II
Sever
calcaneus
bewegingssegment van Junghans
2 wervellichamen, discus intervertebralis, 4 facetgewrichten, ligamenten
Hoe werken lokale anesthetica?
Via Na+ instroom in zenuwcellen vanaf de buitenkant
Wanneer werkt lokale anesthetica minder en waardoor?
Ontsteking, doordat er acidose is en er veranderingen zijn in lipofiliteit/hydrofiliteit
Wat is betrokken bij een triggerfinger?
A1 pulley, m. flexor digitorum superficialis en profundus
mallet vinger
avulsie van de terminale slip van de m, extensor digitorum communis
ontstaat vaak na het instoppen van lakens
Wat innerveert n. axillaris?
deltoideus en m. teres minor
tendinitis calcarea
verkalking van de pees, calcificatie op rontgenfoto
neuralgische amyotrofie
zenuwaandoening waarbij terugkerende aanvallen van pijn in schouder, arm en/of hand voorkomen. Kan gepaard gaan met gedeeltelijke verlamming van spieren
myofibril
Myofibrillen zijn lange, dunne structuren die zich in spiervezels (spiercellen) bevinden. Ze bestaan uit repetitieve eenheden genaamd sarcomeren, die de functionele contractiele eenheden van de spier zijn. Myofibrillen bevatten dikke (myosine) en dunne (actine) filamenten die elkaar overlappen en verantwoordelijk zijn voor spiercontractie.
sarcomeer
Een sarcomeer is de kleinste functionele eenheid van een spiervezel. Het is het segment tussen twee Z-lijnen in een myofibril. Sarcomeren bestaan uit dikke en dunne filamenten die samen contracties veroorzaken door hun interacties. Ze bevatten structuren zoals de Z-lijn, M-lijn, A-band, I-band en H-zone.
sarcolemma
Het sarcolemma is de celmembraan van een spiervezel (spiercel). Het omhult de inhoud van de spiervezel en speelt een cruciale rol in het geleiden van elektrische impulsen (actiepotentialen) die spiercontracties initiëren.
endomysium
Het endomysium is een dunne laag bindweefsel die individuele spiervezels omhult binnen een spier. Het bevat capillairen en zenuwvezels die elke spiervezel van bloed en zenuwsignalen voorzien.
fasciculi
Fasciculi, ook wel spierbundels genoemd, zijn groepen van spiervezels die samen door bindweefsel worden omgeven. Een groep fasciculi vormt samen een complete spier.
perimysium
Het perimysium is een laag bindweefsel dat groepen van spiervezels (fasciculi) omhult. Het scheidt de fasciculi van elkaar en bevat grotere bloedvaten en zenuwen die de spierbundels voorzien.
epimysium
Het epimysium is de buitenste laag bindweefsel die een hele spier omgeeft. Het biedt structurele ondersteuning en bescherming, en gaat over in de pezen die spieren aan botten bevestigen.
laminine
Laminine is een eiwit dat voorkomt in de extracellulaire matrix, vooral in de basale lamina (een dunne laag bindweefsel onder epitheelcellen). Het speelt een belangrijke rol bij celadhesie, celmigratie en weefselstructuur.
Als een stuk papier niet meer vastgeklemd kan worden tussen duim en wijsvinger komt dat door
beschadiging n. ulnaris
Als de hand niet meer in dorsiflexie kan
n. radialis aantasting
innervatie n. ischiadicus
- mm. ischiocrurales
- m. biceps femoris
- m. semitendinous en membranosus
- m. adductor magnus
innervatie n. gluteus superior
- m. gluteus medius, minimus
- m. tensor fasciae latae
innervatie n. cutaneus femoris lateralis
sensibiliteit ventrolaterale deel bovenbeen
innervatie n. cutaneus femoris posterior
sensibiliteit posterieure deel dijbeen en proximale deel bovenbeen
innervatie n. femoralis
- m. iliopsoas
- m. pectineus
- m. sartorius
- m. quadriceps femoris
innervatie n. obturatorius
- m. obturatorius externus
- m. pectineus
- m. adductor brevis en longus
- m. gracilis
- m. adductor magnus
uitval n. obturatorius
leidt tot zwakte adductoren en een sensibiliteitsstoornis aan de mediale zijde van het dijbeen, proximaal van de knie
schade n. gluteus superior
positieve test van Trendenlenburg. Als schade aan beide kanten is dan is er een waggelend gangpatroon
uitval n. tibialis
zwakte spieren dorsale onderbeen loges en voetzool, sensibiliteitstoornis hiel en voetzool
schade aan n. peroneus superficialis
zwakte van spieren in peroneus loge, sensibiliteits verlies aan ventrolaterale zijde onderbeen en wreef van de voet
schade aan n. peroneus profundus
zwakte spieren peroneus loge en sensibiliteitsverlies in regio tussen 1e en 2e teen
compressiekracht
staat loodrecht op de gewrichtsspleet
afschuifkracht
evenwijdig aan de gewrichtsspleet
Waar dragen COX1 en COX2 aan bij?
vorming prostaglandines uit arachidonzuur
Wat doet selectieve COX2 remming?
onderdrukt de prostaglandine productie op de plaats waar het inflammatoire proces zich afspeelt
oorzaken intoeing gait
coxa anteverta, voorvoetadductus, endotorsio tibiae
gecompliceerde fractuur
is een open fractuur
graad 2; weke delen letsel van buiten naar binnen
graad 3; ook vaat/zenuwletsel
teken van ortolani
is bedoeld om bij een pasgeborene beweeglijkheid van een geluxeerde femurkop ten opzichte van het acetabulum aan te tonen
thomas contractuur
De patient ligt op zijn rug. Daarna trekt hij het knie aan de aangedane zijde met behulp van de handen naar zich toe. Het andere been blijft daarbij geextendeerd en been en rug blijven vlak op de bank.
test is positief bij uitstralende pijn of niet uit te voeren test
Bonnetse stand
extensie van de knie niet volledig mogelijk, blijft in 30 graden flexie
Langenskiöld procedure
wegnemen van de benige overbrugging uit de groeischijf en dan opvullen defect met vetinterponaat
wet van Wolff
Deze theorie stelt dat botten van gezonde mensen en dieren zich aanpassen aan de belasting waaraan ze worden blootgesteld. Bij zware belasting zullen de botten sterker worden, waardoor er een hogere botdichtheid optreedt
test van Allen
Beoordelen functionaliteit anastomosen tussen a. radialis en a. ulnairs
Neurofibromatosis
cafe au lait huidvlekken
syndroom van Marfan
Huidstriae
Diastematomyelie
Progressieve holvoet met klauwtenen
osteogenesis imperfecta
blauwe sclerae
Welk systeem in de spiervezel genereert de spierkracht?
actine myosine systeem
Wat is de functie van het costameer?
het verbinden van sarcomeren met de extracellulaire matrix
HE kleuring
cel morfologie
Goldner en thionine
mineralisatie status
zure fosfatase
osteoclasten
tetracycline
mineralisatie snelheid
mobile wad
aan de radius kant
- m. brachioradialis
- m. extensor carpi radialis brevis en longus
oppervlakkige flexoren onderarm
- m. flexor carpi ulnaris en radialis
- m. palmaris longus
- m. flexor digitorum superficialis II-V
- m. pronator teres
diepe flexoren onderarm
- m. flexor pollicis longus
- m. flexor digitorum profundus II-V
- m. pronator quadratus
dorsale extensoren onderarm
- m. extensor carpi ulnaris
- m. extensor digitorum communis II-V
- m. extensor indicis proprius
- m. extensor digiti minimi
- m. extensor pollicis longus en brevis
- m. abductor pollicis longus
diepe flexoren onderbeen
- m. tibialis posterior
- m. flexor hallucis longus
- m. flexor digitorum longus
oppervlakkige flexor compartiment onderbeen
- m. gastrocnemius
- m. soleus
- m. plantaris
anterieure compartiment
- m. tibialis anterior
- m. extensor digitorum longus
- m. extensor hallucis longus
- m. peroneus tertius
laterale compartiment
- m. peroneus brevis en longus
Bij een patiënt met een epifysiolysis capitis femoris wordt regelmatig gezien dat bij flexie van het aangedane heupgewricht automatisch een
exorotatie van dat heupgewricht optreedt.
Hoe heet dit klinisch teken?
Drehmann
gomphosis
inklemming van bot in een ander bot
symphysis
kraakbeenverbinding tussen 2 botten
synchondrosis
verbinding tussen 2 botdelen door kraakbeen
synostosis
verbinding van 2 botdelen door botweefsel
syndesmosis
verbinding van 2 botdelen door een membraan of ligamenten
Welke drie spieren komt men onder andere tegen bij een posterolaterale benadering voor een heupprothese?
m. piriformis, m. obturatorius internus, m. gemellus superior
dystrofine
zorgt voor de versterking van het celmembraan van de spierweefsels middels een netwerk onder het sarcolemma. Het is een onderdeel van de costameren.
Op welk niveau van de wervelkolom eindigt het myelum?
L1-L2
primaire parahyperthyreoidie
licht verhoogde Ca concentraties, fosfaat verlaagd
secundaire hyperparathyreoidie
ontstaat bij een neiging tot een daling van de serum calciumconcentratie
o Nieraandoening
o Ernstig vitamine D gebrek
fosfaat vaak verhoogd door dat het niet kan worden uitgescheiden of doordat er geen vitamine D is om het op te nemen uit de darmen
tertiaire hyperparathyreoidie
ontstaat als bij patiënt met een secundaire vorm de bijschildklieren autonoom gaan functioneren
Wat produceren osteoblasten
collageen type 1, proteoglycanen, glycoproteïnen