Osteomyelitis en septische artritis Flashcards

1
Q

osteomyelitis

A

ontstekingsreactie van het gehele bot (beenmerg, periost en endost) door een infectie met een micro-organisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

niet hematogene osteomyelitis

A

Het micro-organisme wordt in het bot gebracht door een verwonding, punctie of een operatie of infectieverspreiding per continuïtatem vanuit bijv. decubitus of weke delen abces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hematogene osteomyelitis

A
  1. Binnendringende bacteriën nestelen zich in de Haverse kanalen
  2. Bacteriën ontsnappen aan immuunsysteem
    a. Hechten zich aan beschadigd bot (locus minoris reistentiae)
    b. Dringen binnen in osteoblasten en blijven daar
    c. Vormen een microfilm (glycocalyx)
  3. Chemotaxis polymorfonucleaire leukocyten
  4. Interstitieel oedeem
  5. Bloedvaten worden dichtgedrukt
  6. Zone van necrotisch bot
  7. Lichaam probeert dit proces gelokaliseerd te houden door afkapseling  abcedering.
  8. In de omgeving van het proces stimulatie van primitieve mesenchymale cellen
  9. Vorming van reactief bot om proces verder te isoleren. Ontsteking kan zich desondanks uitbreiden en subperiostaal doorbreken > vorming subperiostaal abces.
  10. Periost reageert met vorming van nieuw bot rondom (involucrum).
  11. Sekwestervorming door onvoldoende vascularisatie

Involucrum kan op zijn beurt ook weer doorbreken > weke delen abces wat ook weer kan leiden tot een fistel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

risicofactoren osteomyelitis

A
  • Endocarditis
  • Intravasculaire hulpmiddelen
  • Orthopedische implantaten
  • Iv. Drugsgebruik
  • Hemodialysis
  • Sikkelcel ziekte
  • Recente operatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

histologie acute osteomyelitis

A

o Micro-organismen
o Infiltraten van neutrofielen
o Trombosering en stuwing van bloedvaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

histologie chronische osteomyelitis

A

o Necrotisch bot (afwezigheid van osteocyten)
o Granulatie- en fibreus weefsel vervangt bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

diagnostiek osteomyelitis

A
  • Koorts
  • Verhoogde BSE, CRP, leukocytose met linksverschuiving
  • Lokale pijn (eerste teken vaak)
  • De eerste 2 weken nog geen afwijkingen op conventionele röntgenfoto
  • Technetiumdifosfonaat skeletscintigrafie ‘’hot-spot’’
  • Later lokale infectieverschijnselen: roodheid, zwelling, warmte
  • Radiologische afwijkingen: holtevorming, periostale botvorming, bij langer bestaande gevallen sekwesters en sclerose.
  • Fistulografie
  • Bacteriologische kweken van de fistel tonen vaak mengflora. In mengflora slechts in 50% van de gevallen verwekker aantoonbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verwekkers hematogene osteomyelitis volwassenen

A
  • S. aureus op 1
  • enterobacter
  • streptococcus
  • drugsgebruikers: P. aeruginosa, S. marcescens, C. albicans
  • immuungecompromitteerd: Aspergillus spp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verwekkers niet-hematogene osteomyelitis volwassenen

A
  • Staphylococcus aureus >50%, inclusief MRSA
  • Coagulase negatieve staphylococcen
  • Aerobe gram-negatieve staven tot 30%
  • Bij ernstige letsels ook denken aan C. welchii en CI. tetani
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verwekkers osteomyelitis neonaten <4 maanden

A
  • S. aureus
  • Groep A en B streptokokken
  • E. coli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verwekkers osteomyelitis >4 jaar

A
  • S. aureus
  • S. pneumoniae
  • Voor de vaccinatie Hemophilus influenzae
  • Kingella Kingae
  • Enterobacter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behandeling van osteomyelitis

A
  • Na afname bloedweken en eventueel punctie aangedane gebied
  • Breedspectrum antibioticum in hoge doseringen
  • Aanpassen antibioticum obv gevoeligheidsspectrum
  • Langdurig AB, radiologische en lab controles
  • Bij abcedering of sekwesters chirurgisch
    Als je pus hebt moet je draineren, want antibiotica komt daar niet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

septische artritis

A
  • Incidentie is het hoogst in de eerste 5 jaar van het leven
    o 50% bij kinderen jonger dan 2 jaar
    o Grote gewrichten heup en knie zijn het meest aangedaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

septische artritis presentatie

A
  • Koorts
  • Geïrriteerd
  • Bonnetse stand
  • Pijnlijk been/lidmaat
    o Wil niet belasten
    o Geeft pijn aan tijdens verschonen vanwege pijn aan heup
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

diagnostiek septische artritis

A

X, echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kocher criteria

A

Voor septische artritis
- Niet belasten op aangedane zijde
- Bezinking >40
- Koorts 38,5
- Leukocyten >12

17
Q

behandeling septische artritis

A
  • chirurgische drainage
  • antibiotica 1-6 weken, voorkeur IV tot normalisatie CRP en minimaal 4 weken
18
Q

complicaties septische artritis

A
  • Gewrichtscontractuur
  • Heupluxatie
  • Groeistoornissen
  • Beenlengteverschil
  • Gewrichtsdestructie
  • Verandering van looppatroon
  • Osteonecrose
19
Q

Waartoe kan meningokokken sepsis leiden?

A
  • Compartimentsyndroom
  • Groeischijfletsel: groeiarrest, standsafwijkingen
  • Noodzaak tot amputatie
20
Q
A