Supportive care bij hematologische maligniteiten Flashcards
supportive care
patienten met een maligniteit die behandeld worden met chemo-, radio-, immunotherapie en/ of chirurgie krijgen te maken met bijwerkingen
met supportive care wil je dit voorkomen of zo snel mogelijk behandelen
mogelijke bijwerkingen chemo
- misselijkheid en braken
- verminderde eetlust
- moeheid
- kaalheid (alopecia)
- huidafwijkingen
- lever/ nierfunctiestoornissen
- beenmerg depressie
- mucositis
- bloeding
- overig: psychische belasting
gevolgen beenmergdepressie
BM depressie = verminderde aanmaak bloedcellen
- tekort ery’s: anemie
- tekort leuko’s: leukopenie
- tekort trombo’s: trombo[enie
klinische verschijnselen anemie
- moeheid
- bleek zien
- POB
- KAH
- hartkloppingen
- klachten passend bij hartfalen
- duizeligheid
klinische verschijnselen trombopenie
- verhoogde bloedingsneiging
- spontaan blauwe plekken (hematomen)
- bloedneus (epistaxis)
- tandvleesbloedingen
- hevige menstruatie
- puntbloedingen (petechieën)
bestrijden gevolgen BMdepressie na chemo bij anemie, leukopenie en trombopenie
anemie: bloedtransfusie/ EPO/ Fe/ vitamines (b12)
leukopenie: granulocytentransfusie/ G-CSF/ SDD-profylaxe
trombopenie: trombocytentransfusie/ TPO
wanneer indicatie voor bloedtransfusie
afhankelijk van :
- tijd ontstaan (acuut/ chronisch
- leeftijd
- co-morbiditeit
- klachten
geef je bloedtransfusie? is afhankelijk van Hb en/ of klachten
hoeveel zakjes bloed bij bloedtransfusie
per eenheid getransfundeerd erytrocytenconcentraat stijgt het Hb 0.5-0.7mmol/L
dus uitrekenen welk Hb je wil bereiken en hoeveel eenheden daarvoor nodig zijn
wanneer indicatie voor rtombocytentransfusie
- afhankelijk van aantal bloedplaatjes
- afhankelijk van eventuele ingreep:
o profylaxe: trombo’s >/= 10x10^9/L
o normale ingrepen >50x10^9/L
o zeer groot risico: >100x10^9/L - afhankelijk van klachten
hoeveel zakjes bij trombocytentransfusie
stijging is variabel maar over het algemeen 30-50x10^9/L per eenheid trombocytenconcentraat
bepaal het trombo aantal na transfusie om te zien of de stijging acceptabel is
wat heb je nodig om bloed te kunnen bestellen
anamnese:
- eerdere transfusie? zo ja wanneer?
- zwanger?
- bekend met antistoffen
lab:
- ABO-bloedgroep en rhesus_D bloedgroep
- screening op irregulaire antistoffen
ABO universele donor
ABO universele ontvanger
ABO universele donor: O-
ABO universele ontvanger: AB+
type & screen strategie
- bekende ABO-Rh(D) bloedgroep
- negatieve screening
- niet bekend met antistoffen
- geen (allo-)SCT patient, orgaanTx tot 3mnd post-TX
- geen neonaat
risico’s transfusie:
- hemolytische transfusie reactie
- koorts reactie
- allergische reactie
- overdracht ziekteverwekkers
- TRALI
- ijzerstapeling
plasma infusie
indicatie:
- tekort stollingsfactoren
- bijv door massaal bloedverlies, diffuus intravasale stolling of aangeboren tekort aan stollingsfactoren
hypotensie is geen reden om plasma te geven!