Supportive care bij hematologische maligniteiten Flashcards

1
Q

supportive care

A

patienten met een maligniteit die behandeld worden met chemo-, radio-, immunotherapie en/ of chirurgie krijgen te maken met bijwerkingen

met supportive care wil je dit voorkomen of zo snel mogelijk behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mogelijke bijwerkingen chemo

A
  • misselijkheid en braken
  • verminderde eetlust
  • moeheid
  • kaalheid (alopecia)
  • huidafwijkingen
  • lever/ nierfunctiestoornissen
  • beenmerg depressie
  • mucositis
  • bloeding
  • overig: psychische belasting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevolgen beenmergdepressie

A

BM depressie = verminderde aanmaak bloedcellen

  • tekort ery’s: anemie
  • tekort leuko’s: leukopenie
  • tekort trombo’s: trombo[enie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

klinische verschijnselen anemie

A
  • moeheid
  • bleek zien
  • POB
  • KAH
  • hartkloppingen
  • klachten passend bij hartfalen
  • duizeligheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klinische verschijnselen trombopenie

A
  • verhoogde bloedingsneiging
  • spontaan blauwe plekken (hematomen)
  • bloedneus (epistaxis)
  • tandvleesbloedingen
  • hevige menstruatie
  • puntbloedingen (petechieën)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bestrijden gevolgen BMdepressie na chemo bij anemie, leukopenie en trombopenie

A

anemie: bloedtransfusie/ EPO/ Fe/ vitamines (b12)
leukopenie: granulocytentransfusie/ G-CSF/ SDD-profylaxe
trombopenie: trombocytentransfusie/ TPO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer indicatie voor bloedtransfusie

A

afhankelijk van :

  • tijd ontstaan (acuut/ chronisch
  • leeftijd
  • co-morbiditeit
  • klachten

geef je bloedtransfusie? is afhankelijk van Hb en/ of klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel zakjes bloed bij bloedtransfusie

A

per eenheid getransfundeerd erytrocytenconcentraat stijgt het Hb 0.5-0.7mmol/L

dus uitrekenen welk Hb je wil bereiken en hoeveel eenheden daarvoor nodig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer indicatie voor rtombocytentransfusie

A
  • afhankelijk van aantal bloedplaatjes
  • afhankelijk van eventuele ingreep:
    o profylaxe: trombo’s >/= 10x10^9/L
    o normale ingrepen >50x10^9/L
    o zeer groot risico: >100x10^9/L
  • afhankelijk van klachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoeveel zakjes bij trombocytentransfusie

A

stijging is variabel maar over het algemeen 30-50x10^9/L per eenheid trombocytenconcentraat

bepaal het trombo aantal na transfusie om te zien of de stijging acceptabel is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat heb je nodig om bloed te kunnen bestellen

A

anamnese:

  • eerdere transfusie? zo ja wanneer?
  • zwanger?
  • bekend met antistoffen

lab:

  • ABO-bloedgroep en rhesus_D bloedgroep
  • screening op irregulaire antistoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ABO universele donor

ABO universele ontvanger

A

ABO universele donor: O-

ABO universele ontvanger: AB+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

type & screen strategie

A
  • bekende ABO-Rh(D) bloedgroep
  • negatieve screening
  • niet bekend met antistoffen
  • geen (allo-)SCT patient, orgaanTx tot 3mnd post-TX
  • geen neonaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risico’s transfusie:

A
  • hemolytische transfusie reactie
  • koorts reactie
  • allergische reactie
  • overdracht ziekteverwekkers
  • TRALI
  • ijzerstapeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

plasma infusie

A

indicatie:
- tekort stollingsfactoren
- bijv door massaal bloedverlies, diffuus intravasale stolling of aangeboren tekort aan stollingsfactoren

hypotensie is geen reden om plasma te geven!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

complementaire zorg

A

psychische ondersteuning naast normale behandeling