Inleiding mammacarcinoom Flashcards
onderzoek mastectomie en brca mutatie
bij BRCA1 mutatie gaf preventief de borsten verwijderen een betere overleving dan screening
bij BRCA2 mutatie hierin geen verschil
tegenwoordig ook borstsparende operatie
tamoxifen
veel toegepast anti-hormonale therapie vh mammacarcinoom
De spiegels van endoxifen (actieve metaboliet tamoxifen) moeten hoog blijven–> meeste effectiviteit
bij mensen is er een brede range hoe hoog de concentratie is door een andere opname
Omdat tamoxifen zoveel gebruikt wordt, word het veel onderzocht. Vrouwen met borstkanker maken het meeste gebruik van alternatieve geneeswijze–> dus interacties met andere medicijnen, kurkuma en piperine en groene thee en sinds kort ook CBD olie is al onderzocht
vloeibare biopten
nieuwe ontwikkeling–> hiermee kankercellen in bloed opsporen
dit is handig want biopten van metastases zijn niet altijd mogelijk en zijn belastend voor patienten.
door single cel analyse kan ook worden gekeken naar HER2 expressie
vloeibare biopten dus handig voor vroege detectie
begrippen:
primair mammacarcinoom
gemtastaseerd mammacarcinoom
lokale behandeling systemische therapie adjuvante behandeling neo-adjuvante behandeling palliatieve behandeling
primair mammacarcinoom= niet op afstand uitgezaaid, behandeling in opzet curatief
gemtastaseerd mammacarcinoom= op afstand metastase, behandeling palliatief
lokale behandeling= chirurgie en/of radiotherapie
systemische therapie= therapie via tablet/infuus/injectie (via bloedbaan)
adjuvante behandeling= behandeling primair brc na borstoperatie
neo-adjuvante behandeling= behandeling primair brc voor borstoperatie
palliatieve behandeling= behandeling gemetastaseerd brc
50% van de pten die afstandsmeta’s zouden ontwikkelen zijn door behandeling met (neo)adjuvante systemische therapie te genezen
hematogene metastasering
long, lever en bot = meest voorkomende 70%
verder: hersenen, huid, longholte (pleuritis carcinomatosa) en peritonitis carcinomatose ovariae (eierstokken)
micrometastase
niet detecteerbare mammacarcinoom cellen
ze vallen onder de grens van 5 mm leasie, als ze groter zijn dan dit dan is het meetbaar op CT/botscan
micrometastase zijn nog wel te genezen–> (neo)adjuvantie systeemtherapie
frequentie van optreden BRC in nl en sterfte
17.000 vrouwen per jaar
1 op 7 vrouwen
120 mannen per jaar
bij diagnose heeft 5% al afstandsmetastases
indicentie is gestegen over de tijd door:
starten landelijke borstkankerscreening en absolutie vergrijzing (mensen leven langer)
borstkankersterfte is gedaalt door:
landelijke borstkankerscreening
betere detectiemethodes
betere behandelingsmogelijkheden
borstkanker bij mannen
- risicofactoren
- fenotype
- verschil met vrouwen
1% van alle borstkankers
risicofactoren: obesitas, testiculaire afwijkingen, hypofyseadenoom, bestraling op thoraxwant en etniciteit
fenotype: ER, PR en AR posi, HER2 nega en meestal luminal B
verschillen met vrouwen met mammacarcinoom: >40% N+ en vaker ER +
vaker geassocieerd met genetische afwijkingen
risicofactoren borstkanker
late menopauze, vroege menarche (mensturatie) late leeftijd eerste kind >35 hormonale substitutie therapie (HST) BMI>35 BRCA mutatie dicht klierweefsel atypisch benigne proliferatief borstkankerafwijkingen bestraling mediastinum in vg eerder mammacarcinoom
borstkanker behandeling
- curatief
- borstsparend
- palliatief
curatief:
vaak beginnen met neo-adjuvante chemo (zo ingreep voor chirurg makkelijker), daarna operatie
bij borstsparende operatie–> altijd RT erna
palliatief: chemotherapie en/of endocriene therapie
operatie of RT op indicatie (zelden): RT bijvoorbeeld bij pijnlijke botmetastase
anti-hormonale therapie
er zijn 4 subtype in receptorstatus te onderscheiden.
er wordt gekeken naar de ER/Pr receptor en de HER2 receptor
afhankelijk daarvan wordt de therapie bepaald
HR+, Her2- –> anti-HRTx
HR+ en Her+ –> anti-HRTx en anti Her2Tx
HR- en Her2+ –> anti HEr2Tx
triple negatief: geen therapie