Moleculaire diagnostiek en therapeutische consequenties bij longkanker Flashcards
longkanker/ bronchuscarcinoom
- proliferatie van epitheliale cellen
- bronchus-, bronchiolair of alveolair epitheel
- verschillende typen
- precursorafwijkingen
wat gebruik je om (long) carcinoom in de praktijk te classificeren en waarom doe je dit
- klinisch/ radiologisch
- weefselonderzoek (histologie)
- moleculair/ genetisch
door typeren longkanker krijg je prognose en predictie-> therapie
niet-kleincellige carcinomen (NSCLC) typen
3 belangrijke + 4 niet zo
- plaveiselcelcarcinoom
- adenocarcinoom
- grootcellig carcinoom
- adenosquameus carcinoom
- gecombineerde typen
- carcinoid
- speekselkliertypen, anderen etc
plaveiselcel carcinoom
- 40-45% van NSCLC
- centraal: relatie met bronchustakken
- meestal groot >4cm
- centraal verval (cavitatie) >80%
- m>v
- zeer sterke relatie met roken
plaveiselcel carcinoom histologie
- vaak necrotisch
- verhoorning
- desmosomen
- GEEN buisvorming
- GEEN slijm
precursor afwijkingen plaveiselcelcarcinoom
normaal-> metaplasie-> intermediaire dysplasie-> hooggradige dysplasie (CIS)
adenocarcinoom
- 40% van NSCLC, steeds meer
- perifeer
- v>m
- jongere leeftijd
- EGFR (10-30%) of KRAS (30%)
adenocarcinoom histologie
klier differentiatie
- buizen
- (intracytoplasmatisch) slijm
- GEEN desmosomen
- GEEN verhoorning
- IHC: TTF-1 meestal + (70%)
adenocarcinoom precursor afwijkingen
atypische adenomateuze hyperplasie (AAH): niet destructief en ook non-invasief
adenocarcinoom in situ (AIS)
AAH-> AIS-> (invasief) adenocarcinoom
AIS heette vroeger BAC
grootcellig carcinoom
- 10% van NSCLC
- overal in de long
- roken +++
- vaak enige plaveiselcellige of adenodifferentiatie detecteerbaar (op moleculair niveau/ elektronen microscopie)
grootcellig carcinoom histologie
- middelgrote- grote cellen
- vergrofd chromatine
- nucleoli duidelijk zichtbaar
- scherpe celgrenzen
- GEEN buisvorming
- GEEN slijmvorming
- GEEN verhoorning
- GEEN desmosomen
subtype: grootcellig NE carcinoom
kleincellig carcinoom
- 15-20% van primaire bronchuscarcinomen
- centraal in de long
- roken +++
- NE carcinoom
- zeer agressief
- meestal al uitgezaaid bij diagnose
- gaat frequent gepaard met paraneoplastisch syndroom
kleincellig carcinoom histologie
- kleine- middelgrote cellen : monomorf (denk aan lymfocyt)
- hoge kern-cytoplasma ratio (kern moulding)
- egaal vergrofd chromatine
- geen of onopvallende nucleoli
- GEEN buisvorming
- GEEN slijmvorming
- GEEN verhoorning
- GEEN desmosomen
normale EGFR pathway
- EGF bindt EGFR
2a. fosforylatie RAS-> RAF-> MEK-> ERK
2b. fosforylatie PI3K-> PTEN-> AKT-> mTOR - gereguleerde proliferatie en gereguleerde remming celdood
EGFR pathway geactiveerd door KRAS mutatie
- RAS actief zonder EGF op EGFR binding en fosforylatie
- RAS-> RAF-> MEK-> ERK
- proliferatie meer en remming celdood meer