Hodgkin-lymfoom Flashcards

1
Q

kenmerke hodgkin lymfoom

A

5% Reed-sternberg cellen (meercellige reuscellen uit B-lymfocyten)
CD30+, CD15+ en CD20-
95% T-lymfocyten
perifere en centrale lymfeklierstations

patholoog stelt diagnose–> dus altijd lymfeklierexpiratie nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

incidentie HL

A

is zeldzaam: 500 nieuwe gevallen per jaar in NL

60% is tussen 15-30
40% daarboven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

klinische presentatie HL

A

pijnloze lymfeklierzwelling (vaak hals)
soms jeuk en alcoholpijn
vreemd gevoel achter borstbeen
droge hoest
verminderde inspanningstolerantie
klachten door lokalisatie: longontsteking door afsluiting bronchus bv
algemene klachten: nachtzweten, koorts, gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

labratoriumonderzoek HL

A

vaak zijn hier geen afwijkingen,
soms a-specifieke afwijkingen zoals verhoogde bloedbezinking, lichte bloedarmoede, toename bloedplaatjes of gestoorde leverwaarde.

dit komt dan vaak door een heftige ontsteking in de lymfklieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

klinische manifestatie en diagnose HL

A

bij HL is er een grote kans op genezing. Hoe het HL zich verspreid in het lichaam is belangrijk voor de keuze van de behandeling.

Het verspreid meestal via de lymfebanen en groeit altijd door naar het naastgelegen lymfestation.

pas in eindfase kan HL zich ook via bloed verspreiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

stageringsonderzoek HL

A

anamnese en LO
daarna PET/CT hals, borst, buikholte en bekken met contrast. contrast–> zo onderscheid maken tussen lymfeklier en bloedvat–> bloedvat wordt wit en lymfeklier blijft grijs op CT

door komst PET is beenmergonderzoek niet meer nodig, PET gevoeliger

op indicatie: verder onderzoek–> botscan of bronchoscopie bv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Stadia HL

A

bij presentatie:
75% beginstadium (1 of 2)
25% gevorderd stadium (3 of 4)
bij non-hodgkin meeste mensen gevorderd stadium bij presentatie!!!

stadium 1: 1 lymfklierstation aangedaan
stadium 2: 2 lymfeklieren aangedaan aan zelfde kant middenrif. Of 1 orgaan en lymfeklier die daaarbij hoort (dus maag en lymfeklier waarop het draineert)
stadium 3: lokalisaties aan beide zijde diafragma of meer dan 2 lokalisaties
stadium 4: metastase in organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

prognostische factoren (stadium 1 en 2)

A
leeftijd (>50 jaar)
algemene klachten (B-symptomen)
bloedbezinking
aantal aangedane lymfeklierstations
sterk verbreed mediastinum

Dit maakt prognose allemaal slechter

aan de hand van deze gegevens wordt bepaald of je in de gunstige of ongunstige groep valt. Als 1 waarde al ongunstig is–> je bent meteen ongunstige groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verschil hodgkin lymfoom en non-hodgkin lymfoom

A
hodgkin lymfoom:
reed-sternberg cellen (CD20-)
jongeren
begin stadium diagnose
lymfogene verspreiding
zeer goede prognose
non-hodgkin lymfoom:
B-cellen: CD20+ en T-cellen
ouderen
gevorderd stadium diagnose
hematogene verspreiding
prognose afhankelijk van type
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stadium prognose en behandeling

A

onafhankelijk van stadium is HL 5 jrs overleving 80-95%, daarmee is HL 1 van de best behandelbare kankers

stadium 1-2 gunstig: 95% 5 jrs overleving
Therapie: 2-3x ABVD en ILN-RT

stadium 1-2 ongunstig: 90% 5 jrs overleving
Therapie: 4x ABVD + ILN-RT

stadium 3-4: 80% 5 jrs overleving
Therapie: 6x beacoppesc of ABV

ILN-RT= involved lymph node radiotherapie
ABVD en BEACOPP: verschillende chemo’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

overleving na HL

A

Pten die genezen zijn van HL hebben toch nog een verminderde levensverwachting. Dit komt door de late bijwerkingen van de behandeling –> secundaire maligniteiten, hart- en vaatziekten en cerebrovasculaire ziekte
Na 10 jr meer dan 15% overleden dan men zou verwachten.

Om dit te voorkomen: PET-gestuurde behandeling.

bij stadium 1-2: na 2 chemo’s PET–> als nega dan bleomycine uit kuur gehaald (door nare bijwerkingen) = deëscaleren
als PET posi–> dan overgaan BEACOPPesc therapie–> zorgt voor betere prognose= escaleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly