gelokaliseerd/gemetastaseerd prostaatcarcinoom: diagnostiek en behandeling Flashcards

1
Q

prostaat anatomie

A

prostaat is kruispunt van 2 systemen: afvoer sperma en urine

de apex van de prostaat dit aan de urethrazijde

de basis zit aan de blaaszijde van de prostaat, hier komt de plasbuis uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

top 3 prostaataandoeningen

A

benigne prostaat hyperplasie (BPH): vergrote prostaat, komt vaak voor op oudere leeftijd

prostatitis: chronisch–> geeft pijn in bekkenbodem. Acuut–> zeer pijnlijk en moet snel behandeld worden
prostaatcarcinoom: geeft zelden klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

prostaatcarcinoom

A

meest voorkomende vorm van kanker bij mannen.

incidentie: 12.000
2500 sterfte per jaar

incidentie neemt toe, komt door dubbele vergrijzing, toename aan psa check ups en screening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

diagnose PCA

A

< 10% is symptomatisch (pijn door meta (vnl bot) , hematurie en paraneoplastisch)

helft bij toeval: bij mictieklachten (LUTS)

helft door screening/check ups

kans dat iemand prostaatkanker heeft: leeftijd - 10%

van heel veel prostaatkanker ga je niet dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

detectie pca

A
  • PSA test. PSA is eiwit wat ejaculaat vloeibaar maakt, er lekt altijd een beetje van naar het bloed. Bij prostaatkanker kan dit meer zijn omdat de tumor tegen de bloedbaan drukt. PSA is niet kankerspecifiek, maar prostaat specifiek.
  • rectaal toucher: LO, je kan knobbel aan de achterkant voelen
  • transrectale echo: kijken naar hypo echogene gebieden

-prostaatbiopten en pathologisch onderzoek: zijn nodig op diagnose te kunnen stellen, maar wel vervelend voor pt. 5% krijgt prostatitis. Nu prikken via perineum (gebied tussen balzak en blaas in)
wordt gedaan als kans op PCA 12,5-20% is
en kans op aggresieve tumor 4-7%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gleason score

A

wordt gebruikt bij beoordeling biopt door de patholoog. Vnl kijken naar samenhang tussen cellen. Prostaat bestaat normaal uit buizen. Als dit nog zichtbaar is is differentiatie goed, anders slecht.

gleason score bestaat uit 2 getallen.
1e getal: meest voorkomende groeipatroon
2e getal: groeipatroon wat ook wordt gezien, maar in mindere mate.

totaalscore: 2 getallen bij elkaar, hoe hoger hoe aggresiever

1 en 2 worden nooit geprikt. dus 3+3 is laagste score en 5 + 5 is hoogste score. vanaf score 7 zijn er verschillende subcategorieën.

3+3–> optie niet behandelen
3+5 of 4+4 of 5+3 –> meestal beter maar behandelen
5+5–> agressief en snel uitgezaaid, curatie is hier moeilijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

screening PCA

A

als men lang genoeg wacht, ontwikkeld iedere man PCA. Maar PCA die nooit klinisch relevant zouden worden, zouden ook niet opgespoord hoeven worden. Daarom altijd balans vinden tussen voor en nadelen van screening en behandeling.
screening leidt tot meer angst.

als pt bij HA screening wil na voldoende info
dan eerst altijd PSA EN toucher

met prostaatwijzer kan je PSA density bekijken–> iemand met kleine prostaat en hoog psa heeft meer kans op kanker

bij kans PCA 12,5-10% en kans op agressieve tumor > 4-7% doorsturen voor biopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onderzoek prostaatkanker (ERSPC)

A

PSA testen werden afgenomen en bij PSA>3 werd er een biopt genomen. Iedere 2-4 jr herhaald tot leeftijd 70-74

screening verminderde kans op pca sterfte met 21%

screening vermindert het risico op gemetastaseerde ziekte

M+ bij diagnose 50% risico reductie
M+ inclusief follow up 30% risico reductie

om 1 pca dode te voorkomen 781 mannen screenen en 27 diagnoseren en behandelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

andere redenen voor dalende mortaliteit dan screening

A

betere primaire behandeling
betere hormonale behandeling
betere chemo
meer agressieve comorbiditeit –> mensen gaan ergens anders aan dood
niet screening zelf, maar ontdekken van meer indolente kankers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

TNM

A

T1: niet palpabel
T2: alleen knobbel, wel palpabel
T3: door kapsel
T4: naar omliggende organen

N1: klieren in gebied prostaat
N2: klieren op afstand

voor lymfe en meta’s wordt PSMA-PETCT gemaakt.

50% van de gevonden tumoren zijn indolent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

risico indeling PCA

A

wordt gemaakt aan de hand van TNM en gleason score.

laag: gleason 6 en T1-2 N0M)
- -> active surveillance

intermediair: gleason 7 T1-2
Hoog: gleason 8-10, T2-3
–> radicale prostatectomie
RT: brachytherapie of uitwendige RT

als gemetastaseerd en hormoon naief
–> endocriene therapie= hormonale therapie: onderdrukt testosteron

gemetastaseerd hormoon resistent
–> chemo of alternatieve androgeenblokkade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bijwerkingen behandeling

A

RT en operatie belangrijkste behandelingsopties

bijwerkingen:
erectiele dysfunctie 30-100%
stress-incontinentie 10-50%
urgeklachten
urethrastrictuur --> persen bij plassen
radiatie-proctitis/cystitis 5-10%
fistels 1%
mortaliteit <1%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

opties bij niet behandelen

A

watchful waiting: niet curatief behandelen en palliatie te geven indien nodig

active surveillance: regelmatige controles, uitstel van curatieve behandeling tot de tumor progressie toont
(bij gleason 3+3 laag PSA, T1-2)

psa meten, mri of kijken of rectaal toucher verandert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly