Het vinden van de juiste dosering anti-kanker geneesmiddelen Flashcards

1
Q

Klinische farmacologie

A

farmacodynamiek (medicijn op lichaam) en farmacokinetiek (lichaam op medicijn–> absorptie, distributie, metabolisme en excretie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

AUC (area under the curve)

A

gebruikt om iets te zeggen over de blootstelling van het medicijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Therapeutisch venster en dreempelwaarde

A

bandbreedte waarbinnen de medicijnen werken, als dit uit balans is dan is er sprake van overdosering of onderdosering, dit is per patiënt uniek

De drempelwaarde/ threshold is de minimale werkzame dosering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Factoren die invloed hebben op blootstelling van een medicijn

A

Factoren die invloed hebben op blootstelling van een medicijn: ziekte-gerelateerd, lichaamskenmerken, genetische factoren, leefstijl, orgaanfunctie, co-medicatie en lichaamsoppervlakte meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lichaamsoppervlakte factor

A

Lichaamsoppervlakte (in BSA: body surface area), wel of geen correlatie tussen BSA en klaring?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Co-medicatie factor

A

dynamisch (QT-interactie, CZS-interactie) of kinetisch (enzym, transporter, inhibitie of inductie)–> bij 25% potentiële drug-drug interactie, bij veel met anti-kankermedicijn interactie

TKI, cytostatica, tamoxifen en anti-emetica–> QT-verlenging–> hartritmestoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voeding en leefstijl factor

A

Roken–> verlaagde concentratie van geneesmiddel

Sint-Janskruid (anti-depressivum)–> verlaagde concentratie van geneesmiddel

Cannabis: waarschijnlijk geen interactie, wietolie nog onduidelijk

Grapefruit: blokkeert CYP3A4–> hogere concentraties

Visolie (uit vis of capsules)–> mogelijke resistentie tegen chemo

Kurkuma: mogelijk verlaging van concentratie (werking nog onduidelijk)

Alcohol: activatie CYP3A4 waardoor hogere concentraties (door flavonoïden met name uit wijn–> remt transport voor uitscheiding)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

invloed vet uit voeding en pH maag

A

Opname en werking wordt beïnvloed door vet uit voeding en de pH van de maag (hoge pH geeft minder absorptie/ oplosbaarheid–> let op zuurremmers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Redenen voor alternatieve medicijnen

A

reguliere medicijnen werken onvoldoende tegen angst en moeheid, vermoede effecten op kanker zelf of ter voorkoming van kanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Veelgebruikers alternatieve medicijnen

A

mensen met een hoger inkomen en opleidingsniveau en jonge vrouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Advies alternatieve medicijnen

A

stoppen met alternatieve medicijnen tijdens systemische anti-kankertherapie wegens mogelijke negatieve effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Therapeutic drug monitoring (TDM)

A

per patiënt beoordelen en evalueren wat de ideale dosis is dosis vergelijken met de persoonlijke therapeutische bandbreedte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly