Statio III - De vos en de arend (nieuwe woorden) Flashcards
1
Q
tantus,
A
tanta, tantum: zo groot
2
Q
orare,
A
oro, oravi, oratum: bidden, smeken
3
Q
tutus,
A
tuta, tutum: veilg
4
Q
quippe:
A
immers, natuurlijk
5
Q
ara,
A
arae: het altaar
6
Q
ardere,
A
ardeo, arsi, -: branden
7
Q
flamma
A
flammae: de vlam, het vuur (mv.)