STATIO II - Tekst 2 - De geboorte van Romulus en Remus (tot iubet) Flashcards
1
Q
post +
A
+ acc.: na, achter
2
Q
multus,
A
multa, multum: veel
3
Q
annus,
A
anni: het jaar
4
Q
regnum,
A
regni: het koningschap, de heerschappij, de macht
5
Q
habere,
A
habeo, habui, habitum: hebben; houden
6
Q
sed:
A
: maar
7
Q
rex,
A
regis: de koning
8
Q
tum:
A
: toen, op dat moment
9
Q
etiam:
A
: zelfs, ook
10
Q
filia,
A
filiae: de dochter
11
Q
frater,
A
fratris: de broer
12
Q
fieri,
A
fio, factus sum: worden; gebeuren
13
Q
iubere,
A
iubeo, iussi, iussum: bevelen