3.6 Pijnmechanismen en pijnmedicatie bij inflammatoire gewrichtsaandoeningen Flashcards

1
Q

Wat doen corticosteroïden en NSAIDs?

A

Ze remmen de vorming van prostaglandines
- Corticosteroïden remmen de omzetting van fosfolipide naar arachidonzuur
- NSAID remt de omzetting van arachidonzuur naar prostaglandine

Prostaglandines zorgen voor ontstekingsverschijnselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de toepassing van aspirine in lage dosis en hoge dosis?

A

Toepassing lage dosis:
- Preventie coronaire hartziekten
- CVA
- TIA

Toepassing hoge dosis:
- Analgetisch
- Antipyretisch
- Anti-inflammatoir

Aspirine is een NSAID

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen NSAIDs met COX?

A

NSAIDs remmen COX. Normaal gaat COX naar tromboxaan en vervolgens ontstaan er plaatjesaggregatie. Maar NSAIDs remmen de omzetting van COX naar tromboxaan. Er zit een COX enzym in de bloedplaatjes en dit speelt een rol bij de plaatjesaggregatie. Er is een COX1 en COX2

COX1 is overal aanwezig, altijd aanwezig (Constitutief) en verandert niet. Komt voor in de maag, darmen, nieren en bloedplaatjes In de maag zorgt dit bijvoorbeeld voor de productie van prostaglandines die zorgen voor bescherming van de lage pH. Daarnaast komt COX1 voor in de bloedplaatjes.

COX2 is vooral induceerbaar tijdens allerlei inflammatoire processen (Macrofagen, synoviocyten, endotheelcellen). Het is ook constitutief aanwezig op specifieke plekken (Hersenen, nieren, ovarium)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen glucocorticosteroïden met COX2?

A

Remmen de mRNA expressie van COX2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het effect van prostaglandines in de maag?

A
  • Lagere pH gradiënt
  • Dikkere mucus laag
  • Meer bicarbonaat secretie
  • Betere lokale flow

Mensen die NSAIDs gebruiken kunnen maagklachten verwachten, want prostaglandines in de maag zijn gunstig en beschermend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt paracetamol?

A

Het is een zwakke COX1 en COX2 remmer. Kan bijvoorbeeld centraal (In de thalamus) PGE2 vorming onderdrukken waarmee het koortsverlagende effect wordt verklaard

Lever toxiciteit bij hoge dosis, boven de 3 gram -> Geef zo snel mogelijk acetylcysteïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is pijn?

A

Vervelende sensatie in een deel van het lichaam. Belangrijkste klinische symptoom van een musculo-skeletale aandoening.

Geassocieerd met vermijdend gedrag en stressrespons. Levert belangrijke bijdrage aan de morbiditeit, functionele beperking en socio-economische kosten van reumatische ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt pijn in het bewegingsapparaat veroorzaakt?

A
  • Nociceptief (Weefselbeschadiging) -> Bijvoorbeeld pijn bij inflammatoire gewrichtsaandoeningen
  • Neuropatisch (Zenuwstelsel)
  • Cognitieve factoren
  • Gedragsmechanisme
  • Omgevingsfactoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zorgen prostaglandines voor nociceptieve pijn (Door inflammatoire gewrichtsaandoeningen)?

A

Synovitis/weefselschade -> Prostaglandines -> Ontstekingsmediatoren -> Activatie nociceptoren -> Alfa-delta en c-vezels -> Sensitizatie -> Pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn primaire sensore afferente neuronen?

A

Alfa-delta: Gemyeliniseerde kleine diameter vezels:
- Directe, scherpe, prikkende pijn

C-vezels: Ongemyeliniseerde kleine diameter vezels
- Langdurige, diepe, doffe pijn

Alfa-delta en C-vezels:
- Huid, diepe somatische en viscerale structuren
- Maximale respons bij pijnstimuli -> Nociceptoren of pijnreceptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke nociceptoren zitten in de gewrichtskapsel, ligamenten, synovium, kraakbeen, bot en spier?

A
  • Gewrichtskapsel: C-vezels
  • Ligamenten: Alfa-delta vezels
  • Synovium: Postganglionaire vezels en C-vezels
  • Kraakbeen: Geen receptoren
  • Bot: Onduidelijk, zeker wel nociceptieve innervatie
  • Spier: Alfa-delta en C-vezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is sensitizatie?

A

Door intense, herhaalde of langdurige stimuli in aanwezigheid van ontstoken of beschadigd weefsel:
- Verlaging van activatiedrempel van afferente nociceptoren
- Verhoogde vuurfrequentie voor alle stimulus intensiteiten

Bijdrage door ontstekingsmediatoren (Bradykinine, prostaglandines, leukotrienen)
Klinisch belangrijk proces -> In gesensitizeerde weefsels leiden onschadelijke stimuli tot pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het stappenplan bij pijnbestrijding?

A

1a: Paracetamol
1b: NSAID
1c: Paracetamol + NSAID
2: Overstappen of toevoegen van zwakwerkende opioïde
3: Overstappen op of toevoegen van sterkwerkende opioïde
4: Parenterale toediening van een opioïde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de behandeling van reumatische pijn bij artrose, artritis en fibromyalgie?

A

Artrose: Paracetamol
Artritis: NSAID
Fibromygalgie: Gedragstherapie, neurotransmitter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is fibromyalgie?

A

Chronische pijn syndroom
- Tendynomyalgene pijn
- Widespread pijn
- Geeft somatisch onbegrepen lichamelijke klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de epidemiologie van fibromyalgie?

A
  • Vaker bij vrouwen
  • 30-50 jaar oud
  • Huisarts 3%
  • Reumatoloog 15-25%
17
Q

Hoe wordt de diagnose fibromyalgie vastgesteld?

A

Anamnese:
- Aard pijn (Inflammatoir, degeneratief)
- Uitgebreidheid van de pijn
- Intensiteit van de pijn
- Functionele beperkingen

Sociale anamnese:
- Gericht op het uitsluiten van de andere oorzaken

Klinisch beeld:
- Uitgebreidheid van de pijn
- Tenderpoints

Patroonherkenning
Chronische pijnscore

18
Q

Wat is de behandeling van fibromyalgie?

A
  • Fysiotherapie -> Cognitieve fysio
  • Ergotherapeut
  • Maatschappelijk werk
  • Psycholoog
  • Goed slapen

Medicamenteus: Pijnstillers (Weinig effect, kan tot verslaving leiden)
Antidepressiva: Fluoxetine
Neurobiologische pijnstillers: Gabapentine