3/1 Flashcards

1
Q

Kneuzeny

A

beschadigen door plotselinge grote druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drang

A

Urge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pleiten

A

Plead/argumenten aandragen in de hoop een bepaalde beslissing te bewerkstelligen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Minachting

A

Contempt/wat je voelt voor mensen die je helemaal niet respecteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de schade opmeten

A

bepalen hoe ernstig of hoe groot de schade is)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Windhoos

A

Hurricane

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Naar aanleiding van

A

Due to /as a result of

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Enerzijds

A

Kiefer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Veinzen

A

Pretend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De draad kwijt zijn

A

(=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In kwestie kiefzr

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

als een donderslag bij heldere hemel

A

als een donderslag bij heldere hemel (helemaal onverwacht) Het bericht van zijn dood kwam als een donderslag bij heldere hemel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly