05/03 Flashcards

1
Q

Ijsberen

A

onrustig heen en weer lopen
Voorbeelden: Hij liep te ijsberen toen hij op de uitslag van het onderzoek wachtte.,
door de wachtkamer ijsberen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ten onrechte

A

ten onrechte (zonder goede reden (en vaak onjuist)) iemand ten onrechte van fraude beschuldigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pleidooi

A

Flemenkçe “pleidooi” kelimesi Türkçeye “savunma”, “müdafaa”, “beyan” veya “savunma konuşması” olarak çevrilebilir.

Bağlama göre şu anlamlara da gelebilir:
• Hukuki bir bağlamda: “savunma”, “müdafaa”
• Genel anlamda: “destekleyici konuşma”, “taraf tutma”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hagedis

A

Lizard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarna

A

na dat wat is genoemd of na dat waar je naar verwijst
Voorbeeld: Op het kruispunt ga je linksaf, waarna je de eerste weg rechts neemt.
Synoniem: waarop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bijkomstigheid

A

toevallige en minder belangrijke omstandigheid
Voorbeeld: Zij houdt van wandelen. Dat wandelen gezond is, is een prettige bijkomstigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doorzettingsvermogen

A

Vermogen om vol te houden ondanks tegenslag(wilskracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Eeltplek

A

Nasır

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Morrelen

A

Klungelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hunkeren naar

A

sterk verlangen naar (iets of iemand)
Voorbeelden: Ik heb zo'n dorst, ik hunker naar een glas water.,
hunkeren naar vrede,
hunkeren naar succes
Synoniem: smachten naar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly