21/1 Flashcards

1
Q

Betoging

A

Demonstration

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gevolg

A

iets dat door en na iets anders gebeurt
Consequence /effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mogendheid

A

Power

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Roekeloos

A

(van gedrag) gevaarlijk en zonder na te denken over de gevolgen - reckless

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaghals

A

Daredevil

iemand die graag of vaak iets gevaarlijks doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Commotie

A

Situatie dat iedereen opgewonden over iets is - excitement, commotion, fuss
commotie over een affiche met een naakte vrouw - fuss over an ad featuring a naked woman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Afstellen

A

nauwkeurig instellen zodat iets goed werkt - fine-tune, adjust, set up
de remmen afstellen - adjust the brakes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Toerekeningsvatbaar

A

<gezegd>
Voorbeelden: `De vrouw heeft ernstige psychische problemen en is daarom niet toerekeningsvatbaar.`,
</gezegd>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Interneren

A

iemand) verplichten op een bepaalde plaats te gaan wonen
Voorbeelden: Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werden alle personen die als vijand van Nederland werden beschouwd geïnterneerd.,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ambras hebben met

A

Ruzie hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly