11/03 Flashcards
Bescheiden
schriftelijke stukken
Voorbeeld: de bescheiden inzien
Synoniem: stukken
II bescheiden bijv.naamw.
Uitspraak: [bəˈsxɛidə(n)]
Afbreekpatroon: be·schei·den
1) niet verwaand
Voorbeelden: naar mijn bescheiden mening
,Wees niet zo bescheiden! Pak nog maar een koekje.
,je bescheiden opstellen
Antoniem: onbescheiden
2) niet groot of veel
Voorbeeld: een bescheiden pensioen genieten
Synoniem: klein
Welig tierende
voorspoedig in overvloed groeien) Synoniem: goed gedijen
Goedschiks of kwaadschiks
goedschiks of kwaadschiks (vrijwillig of gedwongen) Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks.
Nietig
1) klein en onbelangrijk
Voorbeeld: je klein en nietig voelen
2)
iets nietig verklaren (zeggen dat iets ongeldig is)
Slaan de spijker op kop
de spijker op de kop slaan (=de kern van de zaak benoemen)
Ongeëvenaarde
van een niveau dat niet door iets anders bereikt is
Afgelegen
ver van andere mensen
Voorbeeld: op een afgelegen plek in de natuur wonen
Synoniem: verafgelegen
Zintuig
elk van de vijf manieren waarop je de buitenwereld kunt waarnemen - sense
Met onze vijf zintuigen kunnen we zien, horen, ruiken, proeven en voelen. - We use our five senses to see, hear, smell, taste and feel.
Ondoorgrondelijk
niet door een mens te begrijpen
Sluizen
geldbedragen) op een louche manier overmaken financieel
Voorbeeld: gestolen geld sluizen naar een buitenlandse rekening
Daar gaat je niets aan
(Daar heb je niets mee te maken.
Er was geen touw aan vast te knopen
ergens niets van begrijpen)