28/08 Flashcards

1
Q

Afgang

A

een schaamtevolle mislukking die gezichtsverlies veroorzaakt terwijl men er toch wel veel van verwacht had

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bijleggen

A

1) een deel van een bedrag betalen
Voorbeelden: Iedereen moet een tientje bijleggen.,
Als je tekort komt, leg ik wel bij.
Synoniem: bijbetalen

2) na ruzie vrede sluiten
Voorbeelden: een burenruzie bijleggen,
De ruziemakers hebben het weer bijgelegd.
Synoniem: schikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Afwijking

A

wat niet normaal of gebruikelijk is
Voorbeelden: een aangeboren afwijking van de armen,
in afwijking van de normale procedure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Studiebeurs

A

financiële toelage om te studeren
Voorbeeld: een beurs aanvragen
Synoniem: studiebeurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uitspoken

A

iets) doen wat misschien niet mag informeel
Voorbeelden: Wat wetenschappers op congressen al niet uitspoken!,
niet weten wat je kinderen uitspoken op internet
Synoniemen: uithalen (1), uitvreten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Afhaken

A

ophouden met meedoen - pull out, quit, drop out
afhaken bij de besprekingen - drop out of discussion
door een blessure moeten afhaken in de wedstrijd - drop out of competition due to an injury

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Aanleiding geven tot

A

“Aanleiding geven tot” betekent “iets veroorzaken” of “een reden zijn voor iets”. Het verwijst naar een situatie, gebeurtenis of actie die iets anders in gang zet of een bepaalde reactie of uitkomst teweegbrengt. Bijvoorbeeld: “Zijn gedrag gaf aanleiding tot een discussie,” betekent dat zijn gedrag de oorzaak was van het starten van een discussie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het spits afbijten

A

als eerste persoon iets doen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het spits afbijten

A

als eerste persoon iets doen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly