17/1 Flashcards

1
Q

Het Toezicht

A

controle op iets of iemand om te kijken of alles goed gaat - superintendence, supervision
toezicht houden op - supervise / keep an eye on
iemand onder toezicht plaatsen - put someone under supervision
uitdrukking onder toezicht staan

(=gecontroleerd worden) - be under control

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Emancipation

A

Emancipatie/ the process of giving people social political freedom and rights

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beerput

A

een put waarin fecaliën verzameld worden
Cesspit
Foseptik cukuru

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vaardigheid

A

het vaardig zijn in iets
Skill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hanteren

A

Kullanmak/halletmek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gereedschap

A

Tool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Toeslaan

A

Slachtoffer maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aanklampen

A

1) aanspreken, vaak op hinderlijke wijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Incompetent

A

niet goed in je vak of je werk
Voorbeelden: in incompetente bestuurder,
De nieuwe medewerker voldoet niet, hij is totaal incompetent.
Antoniem: competent
Incapabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Integendeel

A

On the contrary

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly