20/11 Flashcards
1
Q
Scheppen
A
Create
2
Q
Vernederen
A
Iemand zo behandelen dat hij zich minderwaardig voelt
3
Q
Boete
A
Penalty /fine
4
Q
Stikken
A
Choke
5
Q
Signalement
A
uitvoerige beschrijving van hoe iemand eruitziet
6
Q
Turen
A
Aandachtig, onderzoekend naar iets kijken/ peer
7
Q
Stampen
A
Stamp
8
Q
Figuur/gestalte
A
Figure/the shape of human body or a person
9
Q
Hurken
A
Crouch/squat
10
Q
Gunnen
A
Grant /allow
11
Q
Hurken
A
Crouch/squat
12
Q
Ambtenaar
A
Civil servant
13
Q
Krassen/krabben
A
Scratch
14
Q
Schikking
A
Afspraak waarmee een conflict word opgelost
15
Q
Aantreffen
A
Toevallig vinden