2A2 week 9 HC 1 & 3 Epidemiologie en behandeling longcarcinoom Flashcards

1
Q

Waaruit bestaan sigaretten?

A
  • Nicotine
  • Meer dan 40 carcinogene substanties
  • Inflammatoire oplosmiddelen
  • CO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een pack year?

A

Aantal pakjes sigaretten per dag x aantal jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de invloed van de duur en het aantal sigaretten op het risico?

A

Risico = duur ^ 4,5
Risico = aantal sigaretten ^ 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de relatieve risico’s van actieve en passieve rokers?

A

Actief: RR > 20 (2000%)
Passief: RR > 1,2 (120%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het nut van stoppen met roken?

A
  • Relatieve risico op longkanker neemt exponentieel af
  • Zinvol op elke leeftijd
  • Lagere kans op overlijden bij krijgen longkanker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de slagingskansen van stoppen met roken?

A
  • Cold turkey: 7,3%
  • Op advies van arts: 10,2%
  • Met nicotinemiddelen: 7-14%
  • Medicatie + counseling: 33%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke genetische aanleg vergroot de kans op het ontstaan van longkanker door roken?

A

15q25.1 locus (14% extra risico)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk factoren vergroten de kans op longkanker bij niet rokers?

A
  • Radon
  • Passief roken
  • EGFR mutatie
  • Tuberculose
  • Luchtverontreiniging (PM2.5)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de epidemiologie van longkanker?

A
  • 5 jaar overleving 15%
  • 80% heeft uitgezaaide ziekte bij diagnose
  • Mortaliteit en incidentie bijna gelijk
  • Lage prevalentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe leidt roken tot longkanker?

A

Carcinogenen leiden tot metabole activatie -> DNA adducten -> Mutaties
- 20 jaar lag time

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt het N stadium van longkanker ingedeeld?

A

N1: hilair
N2: ipsilateraal mediastinum
N3: contralateraal mediastinum of supraclaviculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de indeling en behandeling van de verschillende stadia van longkanker?

A

I: klein, lokaal -> operatie
II: lokaal -> operatie, adjuvante chemo + immuno
III: lokaal gevorderd -> chemoradiotherapie + immuno
IV: uitgezaaid -> chemo en/of immuno

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe onderzoek je of een patiënt operabel is?

A
  • Longfunctie onderzoek: spirometrie, diffusiecapaciteit, inspanningstest
  • Cardiologisch onderzoek
  • Voedingstoestand
  • Performance status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke typen irradicale resecties zijn er?

A

R1 resectie: microscopisch restant in vriescoupe
R2 resectie: macroscopisch restant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke oncologische longresecties zijn er?

A

Lobectomie (kwab) of pneumonectomie (long)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke interventies zorgen voor minder complicaties na operatie?

A

Stoppen met roken (4 weken), chest fysiotherapie, goede voedingsstatus en snel mobiliseren

17
Q

Hoe groot is de recidief kans na operatie?

A

30-40%
-> 5-15% minder met adjuvante chemotherapie

18
Q

Wat is de behandeling bij stadium III longkanker?

A

Concurrente chemoradiotherapie gevolgd door immuuntherapie

19
Q

Wat is de behandeling bij stadium IV longkanker?

A

Systemische therapie: doelgerichte chemotherapie of immunotherapie
- EGFR TKI’s of PD-L1 remmers

20
Q

Wat is het alternatief voor chirurgie?

A

Hoge dosis radiotherapie