2A2 week 8 HC 2 Myelodysplastisch syndroom Flashcards

1
Q

Hoe ziet het beenmerg eruit bij myelodysplastisch syndroom?

A

Hypercellulair, dysplasie, 5-20% blasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het myelodysplastisch syndroom?

A

Klonale aandoening van hematopoietische stamcellen of voorloper cellen
- Ineffectieve hematopoiese (cytopenie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn symptomen van het myelodysplastisch syndroom?

A

Asymptomatisch
- Vermoeidheid, kortademigheid: anemie
- Infecties: neutropenie
- Bloedingsneigingen: trombocytopenie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke afwijkingen worden vaak gevonden bij myelodysplastisch syndroom?

A
  • 60% cytogenetische afwijkingen
  • 20% mutatie in epigenetische regulatoren
  • 20% mutatie in mRNA splicing regulatoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe werkt methylering?

A

Methylering van het CpG eiland leidt tot gen repressie door verlies van transcriptiefactoren
- Hypermethylering kan leiden tot uitschakelen tumorsuppressor gen (bijv p53)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de curatieve behandeling van myelodysplastisch syndroom?

A

Allogene SCT of autologe SCT
- Prognose vs risico behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar wordt naar gekeken voor het vaststellen van een prognose?

A

IPSS-R: Cytogenetica, percentage blasten, hemoglobine, bloedplaatjes, ANC
- Van maanden tot 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een slecht karyotype bij MDS?

A

Monosomie 7 of een complex karyotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke groep komt MDS vooral voor?

A

Oudere mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan MDS ontstaan?

A

Uitschakelen tumorsuppressor gen en stimulatie door dysfunctie van stroma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de niet curatieve behandelingen van MDS?

A

Laag risico: supportive care en immuunsuppressieve therapie
Hoog risico: intensieve chemotherapie en ziektemodulerende middelen (azacytedine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly