2A2 week 10 HC 5 Radiotherapie mammacarcinoom Flashcards

1
Q

Wat zijn indicaties voor radiotherapie?

A
  • Na lumpectomie en SWP (MST)
  • Bij lymfogene axillaire metastasering
  • Na (irradicale) ablatio en SWP
  • Palliatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom doe je radiotherapie bij MST?

A
  • Ongeveer 60% van mammacarcinomen is multicentrisch
  • Bij 50% foci op meer dan 2 cm afstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kun je patiënten positioneren?

A

Met looddraadjes en tatoeagepuntjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van de dosisplanning voor mammacarcinoom?

A
  • Hypofractionering fotonen bestraling
  • Kritieke organen: contralaterale mamma, longen en hart
  • IMRT: intensiteit modulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een boosterbestraling?

A

5 extra fracties op clips in lumpholte
- bij irradicale resectie
- bij jonge vrouwen ( < 40 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke doelvolumes zijn er?

A
  • GTV: lumpholte
  • CTV: melkklierweefsel
  • PTV: melkklierweefsel + 0,5 cm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een partiële borstbestraling?

A

Alleen operatiegebied bestraling
- Let op: leeftijd, tumorgrootte, gradering, volledige resectie en lage TNM (in totaal recidief kans < 2-3%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer doe je locoregionale radiotherapie?

A
  • 4 of meer positieve lymfeklieren
  • Irradicaal okselkliertoilet
  • Okselsparende behandeling: bij 1-2 micrometastasen of 1 macrometastase in SN)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt bestraald bij locoregionale radiotherapie?

A

Axillair, supraclaviculair en infraclaviculair klierstations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer doe je postoperatieve radiotherapie van de thoraxwand?

A

Bij grote kans op locaal of locoregionaal recidief
- Irradicale chirurgie
- T4 tumor
- 4 of meer lymfeklieren of okseltopklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kritieke organen bij locoregionale radiotherapie?

A

Contralaterale mamma, long, hart, plexus brachialis, oesophagus en schildklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke acute bijwerkingen kunnen er ontstaan bij radiotherapie van de mamma?

A
  • Huid: erytheem, hyperpigmentatie, droge desquamatie, natte desquamatie, pijn
  • Subcutane weefsels: oedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke late bijwerkingen kunnen er ontstaan bij radiotherapie van de mamma?

A
  • Huid: atrofie, hyperpigmentatie, teleangiectasien
  • Subcutane weefsels: fibrosering
  • Lymfoedeem arm
  • Functieverlies melkproductie
  • Ribfractuur
    + Secundaire tumoren, hypothyreoidie, longfibrose, radiatie pneumonitis, cardiotoxiciteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het gevaar bij linkszijdige bestraling?

A

Cardiale klachten
- Per 1 Gy dosis in het hart 7,4% grotere kans op major coronary event

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kun je het hart ontwijken met radiotherapie?

A

Deep inspiration breath hold radiotherapie of protonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de follow up na MST?

A
  • Eerste jaar: 1x per 3 maanden
  • Tweede jaar: 1x per 6 maanden
  • 2e-5e jaar: 1x per jaar
  • Jaarlijks mammografie
  • Na 5 jaar: 2 jaarlijks mammografie
17
Q

Wanneer wordt er gebruik gemaakt van palliatieve bestraling?

A
  • Pijn door botmetastasen
  • (Dreigende) dwarslaesie bij wervelmetastasen
  • Hersenmetastasen
  • Lokaal recidief thoraxwand