2A2 week 12 HC 8 Translationeel onderzoek Flashcards

1
Q

Wat zijn dilemma’s rondom biomarkers van prostaatkanker?

A
  • Geen onderscheid te maken tussen agressief en indolent
  • Wanneer oligometastasen behandelen?
  • Aanwezigheid micro metastasen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn dilemma’s rondom therapie van prostaatkanker?

A
  • Volgorde chemotherapie of hormoontherapie
  • Resistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is er noodzaak voor onderzoeksmodellen?

A
  • Begrijpen van de biologie
  • Ontdekken en valideren biomarkers (target expressie en interventie)
  • Testen potentiële drugs of behandelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waardoor ontstaat er variatie in DNA copy numbers?

A

Tumor mutatie heterogeniteit
- Amplificaties of deleties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk fusie gen wordt er gevonden in 46% van de prostaatkankers?

A

ERG gen + TMPRSS2 promotor
- androgeen gereguleerd
- chromosoom 21

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Op welke niveau’s kan heterogeniteit gevonden worden?

A
  • Inter patiënt
  • Intrapatiënt: bijvoorbeeld Gleason score
  • Clonale heterogeniteit metastasen
  • In tracers/receptoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke typen materiaal zijn er voor verder onderzoek?

A
  • Vloeibaar biopt (bloed, urine, speeksel, semen, circulerende tumorcellen)
  • Formaline gefixeerd paraffine materiaal (FFPE)
  • Ingevroren biobank tumor
  • Levende biobank (cellijnen, organoids, xenografts)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke opties zijn er voor in vivo proefdier modellen?

A
  • Natuurlijke manier ontstaan prostaatkanker (zeldzaam)
  • Kanker induceren: hormonen, carcinogene stoffen, transgene muizen
  • Humane xenograft in immuundeficiëntie muis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voordelen van in vivo modellen?

A
  • Fysiologische omgeving
  • Puur tumor materiaal, geen contaminatie normaal weefsel
  • Oneindige bron tumorweefsel
  • Manipulatie/behandeling van muizen mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn beperkingen van in vivo modellen?

A
  • Tumormateriaal soms lastig te verkrijgen
  • Muis achtergrond ipv mens
  • Geen immuunsysteem
  • Ethische aspecten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke opties zijn er voor in vitro modellen?

A
  • Celvrije modellen: transcriptie en translatie gezuiverde eiwitten
  • Primaire celstructuren: beperkt aantal delingen
  • Geïmmortaliseerde cellen: 2D cellijnen of 3D organoïden
  • Computer modellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voordelen van xenograft modellen?

A
  • Gemakkelijk in gebruik
  • Puur tumor materiaal
  • Oneindige bron
  • Eenvoudige manipulatie/behandeling
  • Organ on chip systemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn beperkingen van xenograft modellen?

A
  • Tumormateriaal soms lastig te verkrijgen
  • Verlies heterogeniteit
  • Niet fysiologische omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn ex vivo modellen?

A

Primaire tumor kweken en in weefselplakjes snijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn organ on chip modellen?

A

Uit menselijke cellen orgaan kweken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly