2A2 week 8 HC 5 Lymfomen Flashcards
Hoe vaak komen lymfomen voor?
4000 per jaar, waarvan 500 Hodgekin
Hoe ziet een Hodgekin lymfoom en microscopisch uit?
- 5% Reed Sternberg cellen
- 95% lymfocyten, plasmacellen en eosinofielen
- Geen compartimentalisatie B en T cel gebieden, toename T-cellen
Wat zijn kenmerken van Reed Sternberg cellen?
Grote, meerkernige reuscel
- CD30 en CD15 positief
- CD20 negatief (B-cel marker)
Wat is de DD voor CD30 positieve cellen?
T-cel lymfoom, diffuus grootcellig B-cel lymfoom of Hodgekin lymfoom
Hoe zijn Non-Hodgekin lymfomen ingedeeld?
60 verschillende entiteiten
- 85% B-cel en 15% T-cel
Hoe verloopt B-cel ontwikkeling?
Naïve B-cel -> lymfe -> kiemcentrum na activatie door antigeen -> somatische hypermutatie Ig genen -> klasse switch in lichte zone -> verlaten lymfeklier als memory cel of plasmacel
Welk lymfoom heeft ongemuteerde Ig genen?
Mantelcelymfoom: in vroeg stadium
Waar kan het non-Hodgekin lymfoom zich lokaliseren?
Nodaal, extranodaal of leukemisch
Welke typen gedrag kan een non-Hodgekin lymfoom vertonen?
Indolent: chronisch
Agressief: snel
Zeer agressief: zeer acuut
Waar wordt naar gekeken voor classificatie van non-Hodgekin lymfomen?
- Morfologie: grootcellig, kleincellig
- Fenotype (immunologie): B-cel, T-cel, NK cell
- Genotype: genherschikking, IgH, TCR, translocaties, mutaties
- Fysiologische tegenhanger: ontwikkelingsstadium, voorloper, matuur
- Klinische kenmerken: presentatie, beloop
Wat zijn markers en cytogenetica van klein lymfocytisch lymfoom?
CD5, CD20 en CD23, zwak Ig
- 13q14, 17p of 11q deleties, trisomie 12
Wat zijn markers en cytogenetica van folliculair lymfoom?
Ig, CD10, CD20, matig CD23
- t(14;18)
Wat zijn markers en cytogenetica van mantelcel lymfoom?
Ig, CD5, CD20, cycline D1
- t(11;14)
Wat zijn markers en cytogenetica van diffuus grootcellig lymfoom?
Matig Ig, matig CD10, CD20
- complex
- MYC en Bcl2 translocatie (double hit)
Wat zijn markers en cytogenetica van Burkitt lymfoom?
Ig, CD10, CD20
- t(8;14)
- MYC translocatie, geen Bcl2