Wiskunde - 1 Matrices (zonder symbolen v 1.2 optellen) Flashcards

1
Q

Wat is een matrix?

A

Zo een tabel met getallen in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe stel je een matrix voor?

A

Met een hoofdletter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de dimensie van een matrix?

A

aantal rijen x het aantal kolommen
-> notatie: dim A = mxn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noem je elk getal in de matrix?

A

een element vd matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat stellen de i en de j voor in a(ij)?

A

rij i en kolom j

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een vierkante matrix?

A

een matrix met evenveel rijen als kolommen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noem je een nxn matrix nog?

A

een matrix van de n-de orde of van orde n

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de diagonaalelementen?

A

in een vierkante matrix de elementen a(11), a(22), a(33), …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de hoofddiagonaal?

A

in een vierkante matrix de diagonaal gevormd door de diagonaalelemten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de diagonaalmatrix?

A

een vierkante matrix waarvan de elementen die niet op de hoofddiagonaal staan, 0 zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een symmetrische matrix?

A

een vierkante matrix waarbij de elementen die symmetrisch liggen ten opzichte van de hoofddiagonaal, gelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een rijmatrix?

A

een matrix met slechts 1 rij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een kolommatrix?

A

een matrix met slechts 1 kolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een nulmatrix?

A

een matrix waarvan alle elementen 0 zijn en wordt genoteerd als O.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer noem je 2 matrices gelijk?

A

als en slechts als ze dezelfde dimensie hebben en hun overeenkomstige elementen gelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een punt en een verbindingslijn in een graaf?

A

een knoop en een boog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe noem je de 2 knopen verbonden door een boog?

A

buren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn lussen?

A

de bogen die beginnen en eindigen in dezelfde knoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

In wat voor matrix geef je het aantal bogen tussen elk paar knopen van de graaf weer?

A

met een directewegenmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de scalaire vermenigvuldiging van A met r?

A

wanneer de elementen van r.A worden verkregen door alle elementen van A met r te vermenigvuldigen

21
Q

Wat is de scalaire vermenigvuldiging van A met r in symbolen?

A

Als A E IR^mxn en r E IR,
dan is C=r.A E IR^mxn
met c(ij)=r.a(ij) voor elke i en j

22
Q

Aan wat is (-1).A gelijk?

23
Q

Wat zijn de 3 eigenschappen van een scalaire vermenigvuldiging?

A
  • distributief tov de optelling v matrices
  • distributief tov de optelling v reële getallen
  • gemengd associatief
24
Q

De eigenschap: de scalaire vermenigvuldiging is distributief tov de optelling v matrices in symbolen.

A

V A, B E IR^mxn,
V r E IR:
r.(A+B) = r.A + r.B

25
De eigenschap: de scalaire vermenigvuldiging is distributief tov de optelling v reële getallen in symbolen.
V A E IR^mxn, V r, s E IR: (r+s).A = r.A+s.A
26
De eigenschap: de scalaire vermenigvuldiging is gemengd associatief in symbolen.
V A E IR^mxn, V r, s E IR: (r.s).A = r.(s.A)
27
definitie vermenigvuldigen v matrices in symbolen
Als A E IR^mxn en B E IR^nxp, dan geldt: C : A.B E IR^mxp met c(ij)=a(i1).b(1j) + a(i2).b(2j) + ... voor elke i en j
28
Wanneer heb je commuterende of commuteerbare matrices?
als A.B = B.A
29
Waarom zeg je dat de vermenigvuldiging van matrices soms niet commutatief is?
omdat er niet altijd geldt dat A.B=B.A
30
De vermenigvuldiging v matrices is associatief in symbolen
V A E IR^mxn, V B E IR^nxp, V C E IR^pxq: (A.B).C = A.(B.C)
31
De vermenigvuldiging v matrices is distributief tov de optelling v matrices
V A E IR^mxn, V B, C E IR^nxp: A.(B+C)=A.B+A.C V A,B E IR^mxn, V C E IR^nxp: (A+B).C=A.C+B.C
32
De vermenigvuldiging v matrices is gemengd associatief
V r E IR, V A E IR^mxn, V B E IR^nxp: r.(A.B)=(r.A).B=A.(r.B)
33
Wat is een eenheidsmatrix?
een diagonaalmatrix waarvan de diagonaalelementen 1 zijn
34
Hoe noem je een eenheidsmatrix van de n-de orde?
I(n)
35
Eigenschap eenheidsmatrix in symbolen
V A E IR^mxn: I(m).A=A=A.I(n)
36
2 eigenschappen van machten met matrices
1) V A E IR^pxp, V m,n E IN: A^m.A^n=A^m+n 2) V A E IR^pxp, V m,n E IN: (A^m)^n=A^m.n
37
getransporteerde matrix in symbolen
Als A E IR^mxn, dan is B=A^T E IR^nxm met b(ij)=a(ji) voor elke i en j
38
Eigenschap getransporteerde matrix: ve som v 2 matrices is gelijk aan de som vd getransporeerde matrices, in symbolen
V A,B E IR^mxn: (A+B)^T = A^T+B^T
39
Eigenschap getransporteerde matrix: ve veelvoud ve matrix is hetzelfde veelvoud van de getransporeerde matrix, in symbolen
V r E IR, V A E IR^mxn: (r.A)^T=r.A^T
40
Eigenschap getransporteerde matrix: ve product v 2 matrices is gelijk aan het product vd getransporeerde matrices, in symbolen
V A E IR^mxn, V B E IR^nxp: (A.B)^T = B^T . A^T
41
Wanneer is A een symmetrisch als A een vierkante matrix is?
als en slechts als A^T = A
42
Wat is een overgangsmatrix?
een matrix die dergelijke overgangen weergeeft
43
Ander woord voor overgangsmatrix + waarom?
migratiematrix, aangezien de overgangen hier migraties zijn
44
Aan wat is de som van de elementen van een kolom gelijk bij voergangsmatrices?
aan 1 (=100%)
45
Wat is een markovketen?
Als we voor elke overgang steeds dezelfde overgangsmatrix gebruikt wordt
46
Wat betekent het als er bij een markovketen stabilisatie of evenwicht optreedt?
Dan betekent dat dat na verloop van tijd de verdeling niet meer wijzigt
47
Wat staat er op de eerste rij van een lesliematrix?
de vruchtbaarheidscijfers (= geven gemiddeld aantal nakomelingen aan per individu per tijdseenheid)
48
Wat komt er op de tweede rij van een lesliematrix?
de overlevingskansen (= de kansen om in een volgende leeftijdsgroep terecht te komen)