Wiskunde - 2.1-2.2 (theorie) Flashcards

1
Q

Wat is een coëfficiëntenmatrix van een stelsel?

A

alles wat voor de = staat in een stelsel maar dan in een matrix gezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de uitgebreide matrix?

A

De coëfficiëntenmatrix met ook het resultaat van in het stelsel dat na de = staat erachter als extra kolom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zegt de stippelijn voor de laatste kolom?

A

Dat er bekende termen aan zijn toegevoegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe noem je een stelsel + notatie van een stelsel van m eerstegraadsvergelijkingen met n onbekenden?

A

een lineair mxn stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de oplossing van het stelsel?

A

een geordend n-tal dat voldoet aan elke vergelijking ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat vormen alle oplossingen van een stelsel?

A

de oplossingenverzameling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn gelijkwaardige stelsels?

A

stelsels met dezelfde oplossingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 3 elementaire rijoperaties?

A
  • 2 rijen wisselen / 2vgl van plaats wisselen
  • een rij/vgl met een van 0 verschillend getal k vermenigvuldigen
  • bij een rij/vgl het k-voud van een andere rij optellen of aftrekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer zijn 2 matrices rijequivalent?

A

als de ene matrix uit de andere kan afgeleid worden door elementaire rijoperaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe noem je de matrix die volgt uit de elementaire rijoperaties om tot de rijcanonieke vorm te komen?

A

een rijcanonieke matrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 4 kenmerken van een rijcanonieke matrix?

A
  • indien nulrijen (alleen nullen) onderaan
  • (in niet-0-rijen) hoofdelement (1e van 0 verschillend elementen ve rij) steeds 1
  • boven en onder hoofdelementen enkel nullen
  • elke rij, vanaf 2e begint met meer nullen dan de vorige -> hoofdelementen in trapvorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de spil?

A

het eerste getal verschillend van nul in de eerste rij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is vegen?

A

de elementaire rijoperaties uitvoeren op een matrix om enkel nullen te krijgen boven en onder hoofdelementen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een opgelost stelsel?

A

Een stelsel dat afgeleid wordt uit de rijcanonieke matrix

zo x,y en z in een stelsel gezet (aflezen laatste kolom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer is een stelsel strijdig?

A

Als het geen oplossingen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een valse vergelijking?

A

Wanneer je het niet kan oplossen omdat de vgl fout is bv 0 0 0 = 1 (kan niet want 0+0+0 is niet 1 of 0.0.0 is ook niet 1)

17
Q

Wanneer is een stelsel bepaald?

A

Wanneer het stelsel juist 1 oplossing heeft: (x,y,z) = …

18
Q

Wanneer is een stelsel enkelvoudig onbepaald?

A

Wanneer 1 onbekende zelf gekozen mag worden: r

19
Q

Wat is een homogeen stelsel?

A

Een stelsel waarbij alle bekende termen gelijk zijn aan 0 (dus alle termen achter de stippelijn)

20
Q

Wanneer is een stelsel 2voudig onbepaald?

A

wanneer je 2 onbekenden vrij mag kiezen: (r en s)

21
Q

Wanneer is een stelsel onbepaald?

A

Als het oneindig veel oplossingen heeft

22
Q

Wanneer noem je een stelsel oplosbaar?

A

Wanneer het niet strijdig is