Frans - Exprimer les temps (voc) Flashcards
1
Q
in januari
A
en janvier
2
Q
in de zomer
A
en été
3
Q
in de 21e eeuw
A
au 21e siècle
4
Q
rond de middag
A
vers midi
5
Q
elke dag
A
chaque jour
6
Q
vaak, dikwijls
A
souvent
7
Q
op donderdag
A
le jeudi
8
Q
elke vrijdag
A
le vendredi / chaque vendredi
9
Q
tijdens de vakantie
A
pendant les vacances
10
Q
in 3 dagen tijd
A
en trois jours
11
Q
lang geleden
A
longtemps
12
Q
over een uur
A
dans une heurre
13
Q
van 6u tot 20u
A
de 6h à 20h
14
Q
op 1 mei
A
le premier mai
15
Q
op 16 september
A
le 16 septembre
16
Q
op dinsdag 23 juli
A
le mardi 23 juillet
17
Q
in de jaren 1990
A
dans les années 1990
18
Q
vandaag
A
aujourd’hui
19
Q
gisteren
A
hier
20
Q
eergisteren
A
avant-hier
21
Q
morgen
A
demain
22
Q
overmorgen
A
après-demain
23
Q
nu
A
maintenant
24
Q
op dit ogenblik
A
en ce moment
25
volgende zaterdag
samedi prochain
26
de dag voordien
la veille
27
de dag nadien
le lendemain
28
enkele dagen geleden
il y a quelques jours
29
op dat moment
à ce moment-là
30
's morgens
le matin
31
's namiddags
l'après-midi
32
vanmiddag
cet(te) après-midi
33
deze namiddag
cet(te) après-midi
34
's avonds
le soir
35
's nachts
la nuit
36
overdag
pendant la journée
37
om 15u45
à 15h45
38
voor de middag
avant midi
39
rond de middag
vers midi
40
om 12u
à midi
41
's middags
à midi
42
om middernacht
à minuit
43
deze week
cette semaine(-ci)
44
vorige week
la semaine passée/dernière
45
volgende week maandag
lundi prochain
46
het weekend daarop
le week-end suivant
47
in januari
en janvier
48
in de maand juni
au mois de juin
49
in de zomer
en été
50
in de herfst
en automne
51
in de winter
en hiver
52
in de lente
au printemps
53
in 2025
en 2025
54
in de 21e eeuw
au 21e siècle
55
elke dag
chaque jour
56
elke week
chaque semaine
57
elke maand
chaque mois
58
elk jaar
chaque année
59
elke week
toutes les semaines
60
elke donderdag (3)
chaque jeudi
tous les jeudis
le jeudi
61
om de 14 dagen
tous les 15 jours
62
3u per dag
trois heures par jour
63
1 keer per week
une fois par semaine
64
meerdere keren per jaar
plusieurs fois par an
65
1 maandag op 2
un lundi sur deux
66
zelden
rarement
67
vaak, dikwijls
souvent
68
regelmatig
régulièrement
69
af en toe
de temps en temps
70
altijd
toujours
71
nooit
jamais
72
gedurende 3 dagen
pour trois jours
73
tijdens de vakantie
durant les vacances
74
in de vakantie
durant les vacances
75
gedurende 5 weken
durant cinq semaines
76
gedurende 8 maanden
pendant huit mois
77
gedurende 1 jaar
pendant un an
78
land
longtemps
79
op 1 uur tijd
en une heure
80
in 1 uur
en une heure
81
op 3dagen tijd
en trois jours
82
over enkele uren
dans quelques heures
83
over 1 maand
dans un mois
84
sinds enkele uren
depuis quelques heures
85
sinds 3 weken
depuis trois semaines
86
sinds 2018
depuis 2018
87
vanaf 17u
à partir de 17h
88
vanaf 's morgens
dès le matin
89
tot 8 u
jusqu'à 8h
90
tot 's avonds
jusqu'au soir
91
van 5u tot 17u
de 5h à 17h
92
van 10 tot 20 mei
du 10 au 20 mai
93
van 's morgens tot 's avonds
du matin au soir
94
tussen middag en 2 uur
entre midi et deux heures
