Biologie - T5 Celademhaling Flashcards

1
Q

Wat zijn autotrofe organismen?

A

Die zijn in staat om zelf energierijke koolstofverbindingen aan te maken met CO2 als koolstofbron.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn heterotrofe organismen?

A

Die halen hun koolstofverbindingen uit voedingsmiddelen die via het spijsverteringsstelsel opgenomen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is onze, dieren en planten hun reservestof?

A

de mens: glycogeen
dieren: glycogeen
planten: zetmeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvoor halen heterotrofen biomoleculen uit de voeding?

A

voor de celademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit wat bestaat de celademhaling bij de heterotrofe organismen?

A
  • reeks van exo-energetische procesen
    -> daarbij ontstaat ATP en warmte
  • opbouw lichaamseigen biomoleculen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voor wat wordt water gebruikt in de celademhaling bij heterotrofen?

A

als bouwstof en beschermstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Voor wat worden sachariden gebruikt bij de celademhaling bij heterotrofen?

A

als bouwstof, brandstof en reservestof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor wat worden lipiden gebruikt bij de celademhaling bij heterotrofen?

A

als bouwstof, brandstof, reservestof en beschermstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voor wat worden proteïnen gebruikt bij de celademhaling bij heterotrofen?

A

als bouwstof en brandstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voor wat worden mineralen gebruikt bij de celademhaling bij heterotrofen?

A

als bouwstof en beschermstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voor wat worden vitaminen gebruikt bij de celademhaling bij heterotrofen?

A

als bouwstof en beschermstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke organische stof heeft het meeste energieopbrengst bij de celademhaling van de heterotrofen?

A

de lipiden en alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ondanks dat de lipiden meer energie opbrengen bij de celademhaling van heterotrofen, is de primaire energiebron toch nog iets anders. Wat en waarom?

A

de sachariden omdat het proces veel vlotter loopt bij sachariden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom wordt alcohol niet gebruikt als primaire E-bron ondanks dat het zo’n hoge energie-opbrengst heeft bij de celademhaling van heterotrofen?

A

Omdat bij de omzetting van alcohol er veel slechte stoffen (gifstoffen) uitkomen.
Daarvoor is E nodig om ze af te breken wat niet handig is als je ze ook als energiebron wilt gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor energetische reactie is de oxidatie van glucose bij de celademhaling van heterotrofen? Leg uit.

A

een exo-energetische reactie
= een verbrandingsproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ziet de grafiek van de oxidatie van glucose bij de celademhaling van heterotrofen eruit?

A

y-as = energie-inhoud
x-as = reactieverloop

  • stabiele lijn (reagentia C6H12O6+O2)
  • stijging (afstand tot lijn = activatie-E)
  • daling tot laag (afstand v lijn tot volgende lijn = beschikbare E)
  • stabiele lijn (producten CO2+H2O)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat voor energetisch proces is leven?

A

een endo-energetisch proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Voor wat heb je energie nodig om te leven? (5)

A

-> brandstof

overleving
- opbouwreacties
- beweging
- transportsystemen in membranen (actief transport)

voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar halen wij onze energie om te leven vandaan?

A

uit ons voedsel
-> daarom is een gevarieerde voeding belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat bevat brandstoffen zoals glcuose dat wij binnenkrijgen voor de energie?

A

ons voedsel
-> deze brandstoffen bevatten heel veel energie!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Geef voorbeelden van brandstoffen voor heterotrofe organsimen. (3)

A
  • sachariden (suiker/glucose)
  • vetten
  • aminozuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat gebeurt er met de brandstoffen die wij binnenkrijgen via onze voeding? (2)

A
  • die worden verbrand in de cellen
  • energie uit de brandstoffen worden tijdelijk opgeslagen id energieaccu’s vd cellen: ATP
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gebeurt er met de opgeslagen energie die gehaald werd uit brandstoffen uit ons voedsel?

A

die worden omgezet via celademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat gebeurt er wanneer de cellen E nodig hebben om bv te bewegen of te denken?

A

Dan komt de opgeslagen E vrij uit het ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Met welk voorwerp kan je ATP vergelijken?
Een batterij omdat die E opslaat en weer vrijlaat wanneer de cellen dat nodig hebben.
26
Wat gebeurt er bij heterotrofe organismen wanneer er meer opname van voedingstoffen is dan nodig?
dan wordt dat opgeslagen -> bij dieren: glycogeen -> bij planten: zetmeel De reserves kunnen later opnieuw aangesproken worden.
27
Heeft aërobe of anaërobe celademhaling meer ATP's?
Aërobe celademhaling
28
Wat is het substraat bij de celademhaling?
glucose
29
Wat betekent het dat glucose het substraat van de celademhaling is?
dat het de brandstof is die wordt afgebroken om E (ATP) te produceren.
30
Welke verbinding heb je bij de aërobe celademhaling?
de anorganische verbinding = O2 -> meest rendabel! (meest voordelig)
31
Welke verbinding heb je bij de anaërobe celademhaling?
- anorganische verbinding = GEEN O2 - organische verbindign -> gisting/fermentatie
32
Wat betekent oxidatie bij de celademhaling?
Dat is de verbranding van koolstofverbindingen
33
Waar vindt de aerobe celademhaling plaats?
in de mitochondriën
34
Wat is de reactievgl van de aërobe celademhaling?
C6H12O6 + 6O2 --oxidatie-> 6CO2 + 6H2O + E
35
Wat is de reactievgl van de anaërobe celademhaling bij de alcoholische gisting?
afbraak van glucose tot ethanol en koolstofdioxide C6H12O6 -> 2 C2H5OH + 2 CO2
36
Wat is de reactievgl van de anaërobe celademhaling bij de lactaatgisting?
afbraak van glucose tot lactaat C6H12O6 -> 2 C3H6O3
37
Wat is een toepassing van het dagelijkse leven bij de lactaatgisting?
Stijf zijn -> wanneer je spieren intensief werken en er onvoldoende zuurstof beschikbaar is, schakelen ze over op lactaatgisting (glucose naar melkzuur/lactaat) -> ophoping melkzuur kan leiden tot verzuring en stijfheid
38
Cirkel ATP kennen op dia 13!
nakijken hé!
39
Reactievergelijkingen op dia 14 ook!!
!!
40
Wat zijn de 4 fasen van de aërobe celademhaling? Welke hebben O2 nodig?
- glycolyse - decarboxylatie - Krebscyclus - eindoxidaties -> allemaal buiten de glycolyse
41
Wat is de eerste stap van de aërobe celademhaling?
de glycolyse
42
Waar vindt de glycolyse plaats?
in het cytosol
43
Heeft de glycolyse zuurstof nodig?
nee, het is zuurstofonafhankelijk
44
Wat gebeurt er tijdens de glycolyse?
glucose wordt omgezet in 2x pyrodruivenzuur
45
Wat is het voordeel van glycolyse?
de winst van ATP
46
Wat heb je nodig voor de glycolyse?
enzymen en energie
47
Wat is de brutoformule van pyruvaat?
C3H4O3
48
Wat is de 2e stap van de aërobe celademhaling?
de decarboxylatie
49
Wat gebeurt er bij de decarboxylatie bij aanwezigheid van O2?
daarbij wordt pyruvaat opgenomen in de matrix vd mitochondriën
50
Hoe meer E een bepaalde cel nodig heeft, hoe ... mitochondriën.
meer
51
Wat zijn voorbeelden van cellen waar mtihochondriën zijn als doel van energie?
bv zaadcel, spiercel, ...
52
Waarom zitten de mitochondriën van een zaadcel id kop ad kant vd staart?
omdat die zo E kan geven aan de staart
53
Waar vindt de 2e stap van de aerobe celademhaling (decarboxylatie) plaats?
in de matrix vd mitochondriën
54
Wat gebeurt er bij de 2e stap van de aerobe celademhaling (decarboxylatie)?
daar wordt pyruvaat omgezet in acetyl-coA
55
Wat is de reactivgl van de decarboxylatie (aerobe celademhaling)?
pyruvaat (C3) -> acetaat (C2)
56
Wat is acetyl coA?
geactiveerd azijnzuur
57
Wat is er nodig voor de 2e stap vd aerobe celademhaling (decarboxylatie)?
enzym en co-enzym A
58
Wat is de 3e stap van de aërobe celademhaling?
de citroenzuurcyclys of Krebscyclus
59
Hoeveel keer gaat de Krebscyclus door? Waarom?
2x omdat het 2x nodig is (?)
60
Waar vindt de Krebscyclus plaats?
in de matrix v mitochondriën
61
Wat is de reactievgl van de Krebscyclus?
acetaat (C2) -> citroenzuur (C6) -> oxaalazijnzuur (C4)
62
Wat heb je nodig bij de decarboxylaties vd Krebscyclus bij de aerobe celademhaling?
enzymen en water
63
Wat gebeurt er bij de decarboxylaties van de Krebscyclus?
de synhtese van ATP
64
Wat is de 4e stap van de aerobe celademhaling?
de eindoxidatie
65
Waar gebeurt de eindoxidatie van de aerobe celademhaling?
over de cristae vd mitochondriën
66
Wat houden de eindoxidaties van de aerobe celademhaling in?
het doorgeven van elektronen en binden van O2 met H+ van waterstofdragers
67
Wat heb je nodig bij de eindoxidaties van de aerobe celademhaling?
waterstofdragers en zuurstof
68
Wat is de oxidatieve fosforylatie bij de eindoxidaties van de aerobe celademhaling?
synthese van 28 ATP's
69
dia 33!
70
Geef voorbeelden van giftige stoffen die ontstaan bij het gebruiken van een andere brandstof dan glucose bij aerobe celademhaling
ethanol -> acetaat proteïnen -> ammoniak
71
Verwerking van giftige stoffen vraagt E. Wat is de dagelijkse energiebehoefte van de afbraak v glucose, lipiden en proteïnen?
afbraak glucose: 63% lipiden: 25% proteïnen: 12%
72
Waar haal je glycogeen bij de aerobe celademhaling het beste?
door de reserve af te breken in de spiercellen ipv het vrij te maken van lipiden uit vetcellen -> vereist minder O2
73
Welke lichaamscellen kunnen sachariden oxideren bij de aerobe celademhaling?
allemaal (centraal zenuwstelsel en RBC: enkel sachariden als optie)
74
Hoeveel procent vd energiewaarde v glucose is ATP? Waar gaat de andere procent naartoe?
ATP: +/- 40% vd energiewaarde v glucose Andere 60% vd E -> warmte (lichaamstemperatuur)
75
Waarvoor wordt de E in ATP voor celprocessen gebruikt bij de aerobe celademhaling? (6)
- chemische E vo de opbouw v stoffen - mechanische E vo spierarbeid en celdeling - transport - elektrische E vo impulsgeleiding v zenuwen - lichtproductie - lichaamstemperatuur
76
Waarvoor wordt de warmte die uit de E gehaald wordt bij de aerobe celademhaling gebruikt?
voor het in stand houden vd lichaamstemperatuur
77
Hoe groot is het longoppervlakte?
tot 90 m²
78
prent + namen kennen op dia 38-4!
!!
79
Wat voor transport is de opname van zuurstof en het afscheiden van CO2?
passief transport + diffusie
80
Wat gebeurt er met je spieren als je energie nodig hebt bij de aërobe celademhaling?
Dan spannen je spieren op
81
Welke druk ontstaat er in je longen wanneer je energie nodig hebt en je spieren opspannen? (anaerobe celademhaling)
dan ontstaat er onderdruk in de longen
82
Wat gebeurt er met je spieren als ze geen energie nodig hebben? (anaerobe celademhaling)
dan ontspannen je spieren
83
Welke druk ontstaat er in je longen wanneer je geen energienodig hebt en je spieren ontspannen?
dan ontstaat er een overdruk in de longen
84
Wat is de verzamelnaam van de buitenste vliezen van je longen?
pleura
85
Welke 2 vliezen liggen er aan de buitenkant van je longen van binnen naar buiten en wat zit er tussen? + verzamelnaam
longvlies pleuravocht borstvlies => pleura
86
Wat gebeurt er met je middenrif en longen wanneer je inademt?
middenrif spant (trekt samen) aan en de longen openen naar beneden => ontstaan onderdruk
87
Wat gebeurt er met je middenrif als je uitadement?
Dan ontspant je middenrif en bewegen je longen terug naar boven => ontstaan overdruk
88
Wat gebeurt er in je longen bij een klaplong?
Daarbij komt er lucht in de pleuraholte (pleuravocht) waardoor het vacuüm dat normaal de longen openhoudt, verloren gaat. Ademhalen wordt moeilijker.
89
Hoe verplaatst O2 zich? (3)
- via het bloedplasma en mbv hemoglobine - onder invloed van verschillen in zuurstofspanning - mbv myoglobine
90
Welke centrale molecule zit er in de heemgroep die mee deel uit maakt vd erytrocyt die zuurstof transporteert? Waarom die?
ijzer omdat er zonder ijzer geen O2 getransporteerd kan worden -> tekort = fut voelen door tekort O2
91
Waar gebeurt het transport van O2 via bloedplasma en mbv hemoglobine bij aerobe celademhaling? (3)
- in het cytoplasma van de rode bloedcel - in de longen : Hb + 4 O2 <-> Hb(O2)4 - in de weefsel: Hb(O2)4 <-> Hb + 4 O2 => deoxigenatie (=onverzadiging met zuurstof, kan nog bindingen aangaan)
92
Uit hoeveel eiwitten is hemoglobine opgebouwd?
4
93
Waar gebeurt het transport van zuurstof onder invloed van verschillen in zuurstofspanning bij de anaerobe celademhaling? (2)
- in de longen: hoge zuurstofspanning: Hb + 4 O2 <-> Hb(O2)4 - in de weefsels: lage zuurstofspanning: Hb(O2)4 <-> Hb + 4 O2
94
Waar gebeurt het transport van O2 mbv myoglobine? (3)
- in het cytoplasma v spiervezels - overdragen v O2 v hemoglobine naar myoglobine: ontstaan v OXYmyoglobine = tijdelijk zuurstofreservoir - in de spiervezels: 4 Mb + Hb(O2)4 <-> 4 MbO2 + Hb
95
Waarop wijzen de woordjes myo en hemo bij myo- en hemoglobine?
op de plaats: - myo = id spiercellen - hemo = ih bloed
96
Waarom is myoglobine belangrijk bij pinguïns?
om lang onder water te blijven -> slaan door myoglobine O2 op in hun spieren + laat O2 ook circuleren in het lichaam
97
Hoe komt een CO-vergiftiging door een boiler?
die trekt zuurstof weg uit de kamer -> CO zit vast op hemoglobine
98
Bij wat ontstaat CO?
bij verbranding en wanneer er niet genoeg zuurstof is
99
Onder welke vorm bestaat CO2 per percentage?
- 5% als opgelost gas - 10% gebonden aan hemoglobine - 85% als bicarbonaten (CO2+H2O <-> H2CO3 <-> H+ + HCO3^-
100
Waarom hebben rokers sneller O2-tekort?
doordat hun trilhaartjes slechter werken, waardoor er niet genoeg aan afvoer gedaan wordt van slechte stoffen
101
Hoe ademt een kikker? (aerobe celademhaling)
door de huid
102
Hoe ademt een vis?
door de kieuwen
103
Hoe ademt de waterspin? (aerobe celademhaling)
door een luchtbel te vormen rond de kop
104
Hoe ademt een worm?
door zijn huid
105
Hoe ademt een axolotl?
oa door oren en extra laag zuurstof die ze rond hun lichaam hebben
106
Welke organismen doen er aan lactaatgisting/melkzuurgisting bij de stap fermentatie/gisting vd anaerobe ademhaling?
eukaryote cellen, bacteriën en schimmels
107
Welke organismen doen er aan de alcoholische gisting bij de fermentatie/gisting vd anaerobe ademhaling?
bakkersgist, bacteriën
108
Wanneer kan melkzuurgisting enkel en alleen?
zonder O2
109
Wat gebeurt er bij de melkzuurgisting van de anaerobe celademhaling?
daarbij wordt pyrodruivenzuur omgezet in melkzuur
110
Wat is er minder bij de melkzuurgisting ivm de aerobe omstandigheden?
de netto opbrengst
111
Wie maakt er gebruik van de melkzuurgisting?
melkzuurbacteriën en skeletspieren
112
wat zijn een aantal toepassingen van de melkzuurgisting (fermentatie, anaerobe ademhaling)?
- yoghurt - bewaren v voedsel - braadwurst en zure kool (bewaring do zuur) - mest opeen = warmer = meer bacteriën ad slag vo melkzuur - verbranding v vetten (lichaam) - ...
113
114
wat is de reactievgl vd alcoholische gisting?
C6H12O6 -> 2 C2H5OH + 2 CO2 + E
115
Wat gebeurt er bij de alcoholische gisting?
glucose naar pyrOvaat naar ethanAl naar ethanOl
116
Waardoor heeft de vagina een lage zuurtegraad?
doordat vrouwen meer melkzuurbacteriën daar hebben -> lage pH is goed -> bij neutrale zeep vermindert de werking
117
Wat zijn toepassingen vd alcoholische gisting bij de anaerobe ademhaling?
- wijn - bier brouwen - brood bakken -> ethanol verdampt, maar wel rijzingsproces = in bier de belletjes - destillatie - biobrandstof => bioethanol (geproduceerdo fermenteren v suikers uit planten)
118
termen en tekeningen nakijken!
119