Fysica - Lorentzkracht (theorie) Flashcards

1
Q

Op wat voor ladingen werk een lorentzkarcht?

A

op bewegende ladingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg uit hoe het komt dat de lorentzkracht ook werkt op een stroomvoerende geleider?

A

Omdat een elektrische stroom uit bewegende ladingen bestaat en de lorentzkracht op bewegende ladingen werkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 4 kenmerken heeft de lorentzkracht op een stroomvoerende geleider?

A
  • aangrijpingspunt vd kracht = de draad
  • richting vd kracht = loodrecht op vlak gevormd door draad en magnetische veld op die plaats
  • zin = regel van lorentz (linkerhandregel)
  • grootte vd kracht = onderzoeken met formule (F(L) = B.i.l.sin(B,i)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Met welke 3 dingen is de grootte vd lorentzkracht recht evenredig?

A
  • met de stroomsterkte F(L) ~ I (i)
  • met de lengte vd geleider ih magnetische veld: F(L) ~ l (L)
  • met de sinus vd hoek tussen het veld en stroomvoerende geleider: F(L) ~ sin(B, I) (met pijl op B)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is B?

A

de uitwendige magnetische inductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de formule van B?

A

F(L) / i.l.sin(B,i)
F(B) / Q.v(loodrecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de formule van B wanneer i loodrecht stat op B?

A

B = F(L) / i.l
-> sin 90° = 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de eenheid van B?

A

tesla (T)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de formule van i?

A

Qtot/ delta t

nQ(e) / delta t

n.A.v.|Q| (bij hall-effect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 4 formules van F(L)?

A
  • i.B.l.sin(i^B)
  • Q(tot)/delta t . B.l.sin(i^B)
  • Q(tot).B. l/deltat . sin(I^B)
  • Q(tot).B.v.sin(I^B)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de formule van F(L) wanneer Q>0?

A

Q.B.v.sin(v,B)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke formule gebruik je voor de lorentzkracht op een geleider met stroom i en lengte l in een magnetisch veld B?

A

B.i.l.sin(B,i)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke formule gebruik je voor de lorentzkracht op een lading Q die met snelheid v^-> in een magnetisch veld met grootte B beweegt?

A

B.|Q|.v.sin(B,v)

met pijl op B en v

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de grootte van de lorentzkracht wanneer de lading Q in rust is?

A

0

-> v=0
Q.0.B.sin a = 0N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de grootte van de lorentzkracht wanneer de lading evenwijdig met de magnetische veldlijnen beweegt?

A

0

-> a = 0, sin a = 0
-> Q.v.B.0 = 0N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de grootte van de lorentzkracht wanneer de lading loodrecht beweegt op de magnetische veldlijnen?

A

niet 0

-> a = 90°, sin 90°=1
-> Q.v.B.1 =/= 0

17
Q

Wat is de grootte van de lorentzkracht wanneer de lading schuin beweegt tov de magnetische veldlijnen?

A

niet 0

-> sin a = v(loodrecht)/v
-> v(loodrecht) = v.sin a
-> Q.v.B.sin a =/= 0

18
Q

Wat is het verschil bij de linkerhandregel van een positieve en een negatieve lading?

A

bij de negatieve lading zijn de vingers in tegengestelde zin van v

19
Q

Wat is het hall-effect?

A

Het effect dat je verkrijgt wanneer een stroomvoerend plaatje loodrecht op een magnetisch veld staat, en er een spanning over de zijkanten van dit plaatje is.

20
Q

Van wat is de hallspanning een gevolg?

A

Vd lorenzkracht die op de verschuivende ladingen inwerkt

Door die kracht worden ladingen afgebogen en ontstaat er een potentiaalverschil tussen de zijkanten.

21
Q

Bewijs Hall-effect!!

22
Q

Wat zijn de 3 toepassingen van de lorenzkracht?

A
  • hall-effect
  • snelheidsfilter
  • luidspreker
22
Q

Uit wat bestaat een luidspreker?

A

uit een ringmagneet waarin een spoeltje past dat op een membraan gemonteerd is

23
Q

Wat verkrijg je door een snelheidsfilter?

A

een bundel geladen deeltjes die allemaal dezelfde snelheid hebben

24
Q

Wat is de definitie van ampère?

A

F(L) = F(L1) = F(L2)
= µ(0).i1.i2.l / 2pir
=> i1.i2
= F(L).2pir / µ(0).l

= 2,00.10^-7 N (als i en l zijn 1

24
Q

Uit wat bestaat een snelheidsfilter?

A

uit een elektrisch veld en een magnetisch veld die loodrecht op elkaar staan

-> de geladen deeltjes bewegen loodrecht op deze velden

24
Q

Wat gebeurt er in een luidspreker wanneer er een stroom door het spoeltje loopt?

A

dan zal de lorenzkracht het spoeltje en het membraan naar voor of naar achter doen bewegen, afhankelijk vd stroomzin

25
Q

gelijkstroommotor kunnen tekenen!

25
Q

Wat gebeurt er in de luidspreker wanneer er een elektrisch signaal verstuurt wordt door het spoeltje vd luidspreker afkomstig van bv een cd-speler?

A

Dan zullen het membraan en de lucht ervoor heen en weer bewegen op het ritme van en volgens de sterkte van dat signaal.
Zo horen we wat er op de cd is opgenomen.

25
Q

Wat voor polen heeft de luidspreker?

A

binnenste zuidpool, buitenste noordpool