Nederlands - Middelandse Poëzie Flashcards

1
Q

Van waar en wanneer komt het Gruuthuse-handschrift?

A

van rond 1400
uit Brugge

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een voorbeeld van een middeleeuws gedicht dat wij hebben gelezen dat in het Gruuthuse-handschrift geschreven was?

A

Het Egidiuslied door Jan Moritoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie schreef het Egidiuslied?

A

Jan Moritoen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het Egidiuslied?

A

Een klaagzang of elegie over overleden vriend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een elegie of klaagzang?

A

een engere zin een lyrisch gedicht naar aanleiding vd dood v een geliefd persoon.

-> ruimere zin: een gedicht waarin gevoelens v verdriet en wanhoop worden verbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een rondeel?

A

Een dichtvorm die id middeleeuwen heel populair was. Een rondeel is een kort gedicht (8,12,13 of 21 versregels), gebouwd op slechts 2 rijmklanken en het 3maal terugkeren ve refrein.

  • kort (8,12,13,21)
  • gebouwd op slechts 2 rijmklanken
  • 3x terugkeren ve refrein
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie is er aan het woord bij het Egidiuslied?

A

de vriend van Egidius -> uit de ik-persoon geschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het thema van het Egidiuslied?

A

de dood van een goede vriend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bespreek de vorm van het Egidiuslied.

A

het is een klaagzang of eligie:
bestaande uit
- 21 regels, 5 strofen en 5 of 3 verzen per strofe = quintet/terzine
- refrein in strofe 1 en 5, gedeeltelijke herhaling in 3
- rijmklanken -even en -ien (Middelandse versie) en -even en -aat (vertaalde versie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke contrasten vind je in het Egidiuslied?

A

dood en leven
-> vriend beetje jaloers op Egidius, want leven is ‘pijnlijk en vol kwaad’

ik en jij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vind je het Egidiuslied een gevoel van opstandigheid of eerder van berusting? Waarom vind je dit?

A

Vooral berusting. Hij weet dat hij daar ook zal komen, maar ook opstandigheid omdat hij het niet eerlijk vindt dat Egidius daar al is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe wordt het rondeel in het Egidiuslied structureel gerespecteerd?

A

3x het vuur van de hel dat komt als een refrein en dus een rondeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Op welke versregel is de zelfmoordgedachte waarmee het filmpje van het Egidiuslied speelt gebaseerd?

A

“jij koos de dood, liet mij het leven”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom klopt die zelfmoordgedachte gezien de middeleeuwse context niet bij het Egidiuslied?

A

Je moet leven. Als je zelfmoord pleegt zou je niet naar de hemel gaan, maar Egidius zit in de hemel dus hij zou eigenlijk geen zelfmoord gepleegd hebben
-> foute interpretatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie schreef het Van der mollenfeeste?

A

Anthonis de Roovere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wie was Anthonis de Roovere?

A
  • uit Brugge
  • verantwoordelijk voor activiteiten in Brugge
  • leefde eind 14e - begin 15e eeuw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wanneer was het gedicht Van der mollenfeeste door de Roovere geschreven?

A

begin 15e eeuw

18
Q

Wat voor een gedicht is Van der mollenfeeste?

A

een dodendans of dans macabre (ca. 1350)

19
Q

Wanneer was het ontstaan van de dodendans of danse macabre?

20
Q

Waarvoor is het mollenfeest een metafoor? (Van der mollenfeeste)

A

Voor de dood.
De boodschap is dat iedereen zal sterven ondanks je plek id maatschappij, want de dood is voor iedereen gelijk.

21
Q

Bespreek rijm en strofebouw van het Van der mollenfeeste.

A
  • 8 verzen in een strofe = octaaf
  • 12 strofen
  • vast rijmschema: aba bbc bc
22
Q

Wat valt op aan de laatste 2 versregels van elke strofe van het Van der mollenfeeste? Wat is het effect daarvan?

A

Altijd hetzelfde, maar op een andere manier geformuleerd. (“iedereen zal sterven”)

Je moet ervan doordrongen worden (bewust maken): moet soort v effect ve toverspreuk hebben/onder de indruk geraken

23
Q

Wat is memento mori?

A

vroeger werd er voortduren op gehamerd om dat de leeftijd toen gemiddeld veel lager lag id Lage Landen dan tegewoordig (40j)

= denk eraan dat je zult sterven

24
Q

Wat is een dodendans of danse macabre?

A

een zinnebeeldige voorstelling id kunst vd macht vd door over de mens.

= herinnering aan het feit dat elke mens, onafhankelijk v leeftijd, stand of geslacht, moet sterven

25
Q

Wie schreef XVIII?

A

Hendrik v Veldeke

26
Q

Wat kan je zeggen over Hendrik v Veldeke? (3)

A
  • ca 1150-1186
  • verhalen gezien als basis vo Nederlandse, Limburgse en Duitse literatuur
  • verbleef grotendeels aan Duitse hoven, maar toch gezien als 1 van hier.
27
Q

Hoe realtiveert v Veldeke de hoofse liefde in het gedicht XVIII?

A
  • hoofse liefde = alles doen vo de vrouw
  • Van Veldeke = hij wilt het wel doen, maar liever niet sterven voor zijn vrouw id oorlog omdat hij liever leeft
28
Q

Hoe speelde van Veldeke met het genre vh minnelied v XVIII?

A

Begint met een natuureingang en eindigt ook met de natuur. Hij slaat het deel over de liefde over.

29
Q

Waarom vergelijkt Elvis Peeters v Veldeke met oa Stromae?

A

Omdat zijn teksten zo ritmisch geschreven waren dat je ze zelf kan rappen.

30
Q

Wat is een haiku?

A
  • kort
  • niet-rijmend gedicht
  • basis is zintuigelijke ervaring vd dichter
  • 3 regels v 5, 7 en 5 lettergrepen
  • oorsprong in Japanse dichtvorm
31
Q

Wat is de definitie v lyriek volgens de driehoek v Petersen?

A

De kunstvorm of uiting vh dichten: de dichtkunst

32
Q

Noem de verschillende namen vd strofes gebaseerd op hun aantal verzen.

A

distichon
terzine
kwatrijn
kwintet
sextet
septet
octaaf

33
Q

Wat is het verschil tussen vrouwelijk en mannelijk volrijm?

A

v:2 lettergrepen met nadruk op voorlaatste

m: 1lettergreep met nadruk op laatste

34
Q

Wat is een metonymie?

A

vervanging ve woord do ander dat ermee verbonden is
-> het Witte Huis vo de Amerikaanse regering

35
Q

Wat is een paradox?

A

schijnbare tegenstelling die toch waar blijkt te zijn

bv minder is meer

35
Q

Wat is een synesthesie

A

combinatie v zintuiglijke ervaringen zoals schreeuwende kleuren

36
Q

Wat is de retorische vraag

A

een vraag die niet bedoeld is om beantwoord te worden

bv Is dit niet geweldig?

37
Q

Wat is een oxymoron?

A

2 tegenstrijdige woorden samen

bv oorverdovende stilte

38
Q

Wat is een parallellisme?

A

zinnen of zinsdelen met een vergelijkbare structuur

bv spreken is zilver, zwijgen is goud.

39
Q

verschil jambe en trochee kennen!