W12 HC.5 Hematurie en blaascarcinoom Flashcards

1
Q

Kans op tumor wanneer microscopische hematurie? en bij macroscopische hematurie?

A

Microscopische hematurie: 20-25%
Macroscopische hematurie: 30-40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat te doen bij patient met micro/macroscopische hematurie?

A

Cystoscopie -> kijkonderzoek blaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dd bij hematurie?

A
  • Glomerulaire nierziekten
  • Interstitiele nierziekten
  • Urologisch -> maligniteit, trauma, urineweginfectie, steenlijden, radiatieschade
  • Vasculair -> arteriële embolie of trombose, niervenetrombose, arterioveneuze malformatie of fistel
  • Overig -> hypercalciurie, sikkelcelziekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Laboratoriumonderzoek bij hematurie?

A
  • Kreatine, ureum, GFR, Hb
  • Sediment
  • Morfologie ery’s -> zijn ze mooi rond of cilindervormig (nefrogene oorzaak)
  • Kweek
    -> Geen urinecytologie!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke beeldvorming wordt gebruikt bij verdenking op hematurie/blaasca?

A
  • Echo nieren
  • Urethrocytoscopie (UCS)
  • CT-urinewegen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Therapie blaasca?

A
  • TUR (transulethaleresectie) /blaasbiopt
  • blaasspoeling
  • re-TUR
  • radicale cycstectomie met urinedeviatie
  • (chemo)radiotherapie
  • chemotherapie
  • immuuntherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Transurethrale resectie

A

Operateur kijkt naar:
- Aantal tumoren, grootte, radicaliteit, bimanueel toucher, eenmalige spoeling met chemotherapie

Patholoog kijkt naar:
- Histologie, T-stadium, gradering, carcinoma in situ, detrusor aanwezig, spierinvasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

PA-uitslag?

A
  • Urotheelcelca/plaveiselcelca/adenoca/neuro-endocrienca/sarcomatoid
  • Tis/ Ta/ T1/ T2
  • G1/ G2/ G3 (WHO)
  • Carcinoma in situ
  • Detrusor: ja/ nee
  • Detrusor invasie: ja/ nee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe vindt de klinische stadiering plaats?

A
  • Bimanueel toucher in narcose
  • Als niet-invasief -> CT-urinewegen (late fase CT)
  • Als spierinvasief -> CT th/abd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Intravesicale spoelingen?

A
  • Chemotherapie: Mitomycine C (MMC) of Epirubicine
  • Immuuntherapie: BCG
  • Eenmalig postoperatief chemo: bij low/intermediate-risk verlaagt de kans op recidief met 12%

Onderhoudsspoelingen:
- Low-risk: geen spoelingen
- Intermediate met hoge recidieffrequentie: MMC
- High-risk: re-TUR en aansluitend BCG 1-3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer re-TUR?

A

Bij Ta/T1G3 urotheelcarcinoom altijd re-TUR
T1 = invasie van de lamina propria
T2 = invasie van de musculus detrusor
- Als geen detrusor aanwezig: kans op T2 hoger
- Als wel detrusor aanwezig en tumorvrij: recidiefkans 4x lager dan wanneer geen detrusor aanwezig en invasie in de lamina propria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Radicale cystectomie en urinedeviatie?

A

-> Gecombineerd met een pelviene lymfklierdissectie (iliacaal vaten)
-> Cystoprostatectomie bij mannen
-> Voorste exenteratie bij vrouwen (niet meer!)

Urinedeviaties:
- Incontinente deviatie = Bricker
- Ureterocutaneostomie
- Continente niet-orthope deviatie = indiana pouch
- Continente orthotope deviatie = neoblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Eisen orthotope neoblaas?

A
  • Gemotiveerde patient <75jr
  • Adequate nierfunctie
  • Vermogen CIC
  • Blaashals/UP tumorvrij
  • Geen radiotherapie plekken gehad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Complicaties urinedeviaties?

A

Postoperatief:
- Ileus
- Wondinfectie
- UWI
- Abces
- Trombo-embolisch

Lange termijn:
- Parastomale hernia
- Metabole acidose
- Nierinsufficiëntie
- Ureterstenose
- Littekenbreuk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Chemotherapie blaascarcinoom?

A

Neoadjuvante setting: altijd icm lokale behandeling
- Absolute overlevingswinst van 6% na 10jr
- Verdubbelt kans op ypT0N0 = geen resttumor aanwezig

  • Cisplatin-based, 3 of 4 kuren gevolgd door radicale cystectomie
    -> 1/3 blaaskanker patiënten kan geen cisplatin krijgen vanwegen slechte nierfunctie, CV status, gehoorstoornissen, polyneuropathie
    -> Toxiciteit: gehoorschade, nierfunctieverlies, beenmergdepressie
    -> GFR minimaal 60 ml/min

Inductiesetting: alleen bij respons doe je lokale behandeling
- Locoregionaal lymfogeen gemetastaseerd
- Primaire tumor met klinisch stadium T4
- Cisplatin of carboplatin-based

Palliatieve setting:
- mediane survival van 8->14 mnd
- Cisplatin of carboplatin-based
PLAVEISELCELCARCINOOM VD BLAAS IS CHEMORESISTENT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Radiotherapie wanneer?

A

Radiotherapie alleen = inferieur aan radicale chirurgie
- Als patiënten niet geopereerd kunnen worden
- Chemoradio = superieur aan enkel radio: betere lokaal-recidiefvrije overleving

Interstitiële radiotherapie (brachytherapie) in geselecteerde gevallen:
- Solitaire tumor < 5cm
- Stadium T2N0M0
- Geen bijkomend CIS
- Tumor niet op blaashals of trigonum