W11 HC.2 Diagnostiek en behandeling gelokaliseerde tractus digestivus tumoren Flashcards

1
Q

Eigenschappen slokdarmcarcinoom?

A
  • 65-70% is > 65jr, slechts 4% is jonger dan 45jr
  • Toename adenocarcinoom (in NL)
  • Slechte dodelijke tumor: 50% bij presentatie hematogeen gemetastaseerd (geen curatie mogelijk)
  • 5-jaars overleving voor alle patiënten is 15%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Alarmsymptomen slokdarmkanker?

A
  • Hematemesis (bloed braken)
  • Melaena (bloed bij ontlasting)
  • Braken
  • Dysfagie (passageklachten)
  • Odynofagie (pijn bij eten)
  • Persisterend hikken
  • Foetor ex ore (slechte adem)
  • Ongewild gewichtsverlies
  • Anemie

Bij LO:
- Soms lymfeklieren palpabel (metastasen op afstand)
- Eigenlijk geen afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

TNM stadiëring slokdarmkanker?

A

T1: intramucosaal
T2: muscularis propria
T3: door adventitia
T4: ander orgaan
Endoechografie (EUS): het beste maar invasief

N0: 0 verdachte klieren
N1: 1/2 verdachte klieren
N2: 3-6 verdachte klieren
N3: >6 verdachte klieren
EUS: FNA!, PET-CT

Metastasen op afstand
CT-thorax en abdomen/ PET-CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Behandeling slokdarmkanker?

A
  • Curatie vs palliatie = 1:1 ten tijde van diagnose
  • Slokdarmresectie is nog steeds het belangrijkste onderdeel van een curatieve behandeling
  • Slokdarmresectie is majeure chirurgie met aanzienlijke mortaliteit (4%) en hoge morbiditeit (?)
  • Patiënt moet operabel zijn
  • Slokdarmresectie wordt alleen in opzet curatief uitgevoerd (niet bij cT4b tumoren (ingroei in organen) en niet bij afstandsmetastasen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Adenocarcinoom (Barett)?

A
  • Barett slokdarm ontstaat door reflux (door verminderde werking sfincter (LES))
  • Barett is metaplasie (plaveiselcel epitheel -> slijmbekercel epitheel)
  • Kans op slokdarmkanker is 30-50x verhoogd
  • Barett endoscopisch duidelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ontwikkeling van Barret tot adenocarcinoom gaat in stapjes:

A
  • Metaplasie
  • Onzekere dysplasie (indefinite)
  • Laaggradige dysplasie
  • Hooggradige dysplasie
  • Adenocarcinoom
    -> Barret-surveillance (1x scopie in 2 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Palliatieve behandeling slokdarmkanker?

A

cT4b tumoren, metastasen op afstand en niet operabele patiënten
- Symptomen palliëren (dysfagie, pijn) + soms levensduur
- Bij levensverwachting >3mnd: RT voor dysphagie
- Bij levensverwachting <3mnd: stent
- Als conditie het toelaat: bespreken van palliatieve chemo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Curatieve behandeling slokdarmkanker?

A
  • Neoadjuvante chemoradiotherapie gevolgd door slokdarmresectie (90% vd patiënten: 5-jaars overleving = 50%)
  • Neoadjuvante chemotherapie gevolgd door slokdarmresectie (bij contraindicaties voor RT: 5-jaars overleving = 30%)
  • Direct opereren: vroegcarcinomen en contraindicaties voor chemo (radio) therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Radicale resectie slokdarmtumor en locoregionale klieren wordt gevolgd door continuïteitsherstel. Welke vormen zijn er?

A

1: Buismaag
2: Coloninterpositie (1%); tumorinfiltratie maag en slokdarm/ eerdere maagchirurgie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer welke operatievorm?

A
  • Hoog-mid oesophagus gelegen tumoren: altijd transthoracaal en cervicale naad
  • Hoog mediastinale lymfeklieren: altijd transthoracaal
  • Meer tumor infiltratie maag: kortere buismaag: intrathoracale naad
  • Bestraling bovenste mediastinum: cervicale naad
  • Ernstige comorbiditeit patiënt (thoracotomie niet mogelijk/wenselijk): transhiatale resectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Complicaties slokdarmchirurgie?

A
  • Wondinfectie
  • Nabloeding
  • Naadlekkage
  • Atriumfibrilleren
  • Pneumothorax
  • Atelectase
  • Pneumonie
  • Chyluslekkage
  • Stembandparese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Resectie preparaat

A

Wordt onderzocht door de patholoog onder microscoop
- Kanker radicaal verwijderd? bij 95% wel!
- Welke vorm is het?
- Zijn er lymfeklieruitzaaiingen
- Is er reactie op chemoradiotherapie (pathologische respons)
- Als er nog kanker aanwezig is; wat zijn de behandelmogelijkheden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is pCR?

A

Pathologische complete response: geen vitale tumor in resectiepreparaat (al compleet weg door chemo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly