Recovery en nazorg Flashcards
Kamers waar patiënt naartoe kan worden gebracht na operatie
- Recovery/verkoeverkamer
- Verpleegafdeling
- Medium care
- Intensive care
Recovery/verkoeverkamer
- Afdeling waar patiënten die net operatie hebben ondergaan en narcose of andere anesthesievorm hebben gekregen bij kunnen komen van operatie.
Bevat dus de meeste postoperatieve patiënten - Voor bewaken vitale parameters. En werken gespecialiseerde verpleegkundigen.
Mogelijk om 24h te verblijven (min 30min)
Letten op ABCDE op recovery
- Airway: zelfstandig vrijhouden, zwelling postoperatief
- Breathing: beiderzijds ademgeruis, ademfrequentie, oxygenatie en ventilatie
- Circulation: stabiele hemodynamiek; bloeddruk, pols, perifere circulatie, diurese en ritme. Maar ook nabloeding
- Disability: neurologie; bewustzijn (EMV) en glucose
- Exposure: milieu interieur met temperatuur, comfort: pijn en misselijk.
ABCDE hangt samen met urgentie van probleem, bedreigde luchtweg urgenter dan gedaalde bloeddruk
Specifieke postoperatieve risico’s op recovery
- Abdominaal: nabloeding, (wond)pijn
- Hersenchirurgie: bewustzijnsniveau en zenuwuitval extremiteiten en hersenzenuwen
- Kno: bedreigde luchtweg door zwelling
- Orthopedie/traumatologie: pijn
- Sectio caesarea: fundushoogte, nabloeding, uitwerking spinaalblok/pijnstillingswens
Ontslagcriteria voor recovery
- Hemodynamisch stabiel
- Respiratoir stabiel
- Goed bij bewustzijn
- Anesthesie voldoende uitgewerkt (bijv. spinaal)
- Comfortabel
- Gevraagde AO verricht
- Postoperatieve afspraken gemaakt
- Post anesthesie recovery score >18.
Verpleegafdeling
Gaat om laag-complexe zorg, in nacht enkele verpleegkundigen verantwoordelijk voor afdeling, ong. 30 patiënten. Ongecompliceerde ingrepen, vitale functies stabiel en geen verwachting acuut dreigend probleem.
Medium care
- Patiënten worden gemonitord vanaf centrale post. Enkele verpleegkundigen verantwoordelijk voor unit, ong. 10 patiënten. Continu meting van (invasieve) bloeddruk, ECG en saturatie.
- Beperkte hemodynamische en respiratoire ondersteuning mogelijk.
- Voor stabiele patiënt bij wie acuut probleem zou kunnen ontstaan
Intensive care
- Monitoren vanaf centraal punt. In nacht is 1 verpleegkundige verantwoordelijk voor 1 of 2 patiënten. Met intensieve controle vitale functies
- Vitale functies kunnen worden ondersteund door beademing, sterke vormen van inotropie en vasopressie.
- Voor instabiele patiënten
Wanneer gaat een patiënt postoperatief naar de IC?
- Als verwachting is dat patiënten langer dan 24h intensieve zorg nodig hebben
- Patiënten bekend bij centrum voor thuisbeademing en algehele anesthesie hebben gehad
- Na specifieke operatie:
o Open hartoperatie
o Hart- of longtransplantatie
o Open behandeling van AAA
o Bepaalde neurochirurgische ingrepen
o Na oesophagusresectie.
Pijn
Onprettige sensorische en emotionele ervaring met of lijkend op associatie met daadwerkelijk of potentiële weefselschade. Is per persoonlijke ervaring en kan door factoren worden beïnvloed. Respecteer als iemand aangeeft pijn te ervaren. Pijn ontstaat door schadelijke prikkel.
Verschillende pijnvormen
- Acuut of chronisch
- Nociceptief (pijnsignalen ontvangen) en neuropathisch (zenuw is bijv. beschadigd bij bijv. been eraf halen, atypische pijnstilling doen)
- Benigne vs. Maligne (gaat om oorzaak)
Oorzaken van acute pijn
- Postoperatief
- Pijn na trauma
- Pijn bij acute interne ziektes
- Andere typen: chronische pijn (>6wk) en neuropatische
WHO pijnladder; bepalen hoeveel pijn iemand heeft en welke medicatie dan moet worden gebruikt
- Starten met niet-opioïde pijnstilling: paracetamol, NSAID (dus milde pijn)
- Zwakwerkende opioïde pijnstilling: codeïne/tramadol (licht tot matige pijn)
- Sterkwerkende opioïden: morfine, fentanyl, oxycodon. (matig tot ernstige pijn)
- Evt. extra toevoegen epiduraalblok of morfinepomp
Stel je hebt acute pijn vanuit operatie of andere oorzaak: dan hoog starten dus opioïden en dan afbouwen (normaal begin je laag namelijk).
NSAID’s
- COX-remmer, zoals diclofenac, naproxen, ibuprofen, cecloxib en metamizol (bij die kans op beenmergdepressie)
- Risico’s: trombocytenaggregatieremming (minder bij COX-2), gastro-intestinale bloeding of perforatie en nierfunctiestoornissen.
Remming COX-1 leidt tot remming tromboxaan en geeft verhoogde bloedingskans
Risico’s opioïden
Apnoe, misselijkheid, obstipatie en verslaving