hartkloppingen HA Flashcards

1
Q

Symptomen van hartkloppingen

A
  • Toegenomen kracht van hartslag (bonzen)
  • Gevoel dat het hart overslaat
  • Afwijkende frequentie (vaak te snel)
  • Onregelmatige hartslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Extra-cardiale DD voor hartkloppingen (welke groepen bestaan er)

A

Intoxicaties, allergie, familieanamnese, omstandigheden, tractus respiratorius, tractus digestivus/urogenitalis, CZS en endocrien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intoxicaties

A

Medicatie, drugs (cocaïne), alcohol, cafeïne, roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Allergie

A

Anafylactische reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Familieanamnese

A

Familiair lang QT-syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omstandigheden

A

(emotionele) stress, inspanning, koorts, verblijf op grote hoogte, stevige maaltijd en bradycardie bij sporthart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tractus respiratorius

A

Pneumonie, O2-tekort, COPD exacerbatie, longembolie, hyperventilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tractus digestivus/urogenitali

A

Pijn, hypovolemie, anemie, infectie, bradycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

CZS

A

Autonome dysfunctie bij dwarslaesie, paniekaanval, vasovagale reactie na collaps en verhoogde opmerkzaamheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Endocrien

A

Hyperthyreoïdie/hypo, hypoglycemie bij DM en feochromocytoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DD cardiaal bij hartkloppingen

A
  • Extracardiaal: hypothyreoïdie en medicatie (B-blokkers)
  • Cardiaal: onbeschadigd hart (groot slagvolume door sporten of vagusstimulatie) en beschadigd hart (geledingsstoornis of Sick-Sinus-Syndroom)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is VG van belang bij hartkloppingen

A
  • Cardiovasculaire VG geeft 4-5x hogere kans op patholohigische ritmestoornis
  • Beschadigd hart geeft eerder hemodynamische problemen
  • Erfelijk: acute hartdood on onverklaarde wegrakingen in familie <65jr geven hoger risico
  • Somatiserende patiënten, gebruik psychiatrische middelen, bekende psychosociale problematiek, frequent attending, minder kans pathologische ritmestoornis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat wil je in anamnese vragen

A
  • Langzaam, snel of normaal
  • Regelmatig of niet
  • Continu of aanvalsgewijs
  • Begeleidende verschijnselen
  • Middelengebruik
  • Begeleidende verschijnselen (POB, benauwd en duizelig)
  • Beleving patiënt en ritme op tafel laten tikken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

LO bij hartkloppingen

A
  • Inspectie halsvenen: duidt op AVNRT
  • Pols palpatie
  • Auscultatie hart
  • Valsalvamanoeuvre
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

AO bij hartkloppingen

A

ECG (liefste tijdens aanval, maar bij 40% zie je daadwerkelijk afwijkingen), of Holter-registratie of event recorder. Of lab: Hb, TSH en glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Alarmsignalen

A

Tachycardie bij familiaire belasting, tachycardie bij beschadigd hart, symptomatische bradycardie met HF (<40/min) en output falen (flauwvallen, ademnood, lage RR tijdens aanval)

17
Q

Verwijzen

A
  • PT<65jr met >48h atriumfibrilleren
  • PT>65jr met <48h fibrilleren (dan nog cardioversie mogelijk)
  • Ventrikelfrequentie <50/min zonder frequentie verlagende middelen
  • Atriumfibrilleren en onvoldoende reactie op therapie volgens NHG
  • Paroxismaal atriumfibrilleren