Pre-operatieve screening voor anesthesie Flashcards

1
Q

Doelen van POS/preoperatieve screening

A
  • Identificatie perioperatieve risico’s voor individuele patiënt
  • Patiënt informeren en verkrijgen informed consent
  • Passende wijze anesthesie kiezen.
    Doe je door anamnese, LO en AO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe maak je de POS inschatting?

A

Inschatting luchtwegmanagement, VG patiënt (ASA score en allergie vaststellen) en risico inschatten specifieke perioperatieve complicaties (cardiaal, pulmonaal en complicaties bij VG patiënt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de ASA score?

A
  1. Gezonde patiënt
  2. Patiënt met milde systemische ziekte, zonder invloed op functioneren (hypertensie, milde astma, roken)
  3. Matig-ernstige systemische ziekte(n), invloed op dagelijks functioneren (coronairlijden, klepafwijkingen, COPD gold 2, CVA)
  4. Continu levensbedreigende aandoening (instabiel coronairlijden, decompensatio cordis, recent CVA, spierziekten)
  5. Patiënt die met en zonder behandeling waarschijnlijk binnen 24h zal overlijden (geruptureerd aneurysma, sepsis, cardiogene shock)
  6. Orgaandonor (hersendood)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Airway/luchtweg beoordelen

A
  • LEMON;
    o Look externally,
    o Evaluate (mondopening en thyromentale afstand; 3-3-2 regel en upper lip bite test)
    o Mallampati score; stel vast hoe makkelijk je denkt dat het wordt om te intuberen, hangt af van wat er gezien kan worden bij openen mond (klasse 1 ze je uvula heel goed en bij 4 moeizaam)
    o Obstruction (stridor, tumor)
    o Neck: beweeglijkheid en omtrek. Bij omtrek van 40cm is 5% kans op moeilijk intubatie, bij 60cm 35%
  • Verder afstanden meten van thyromental, sternomental en hyomental
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Patiënt gerelateerde factoren die risico op perioperatieve pulmonale complicaties vergroten (breathing)

A

Leeftijd >60, COPD, instabiel astma, hartfalen, laag albumine en slecht functionerende status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Operatiegerelateerde factoren die risico op perioperatieve pulmonale complicaties vergroten (breathing)

A

Oesophagusresectie, abdominale chirurgie, hartchirurgie, neuro-, hoofdhals-, perifere vaatchirurgie, operatie >2,5h

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de perioperatieve pulmonale complicaties

A

Verlengde ziekenhuisopname, verhoogd morbiditeit, mortaliteit, sputum retentie, atelectase (deel long krijgt geen lucht meer en valt samen), pneumonie, respiratoire insufficiëntie, aspiratie, bronchusobstructie.
Bij 3-5% van operaties.
Van belang is timing OK bepalen; niet kort na pneumonie of COPD exacerbatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Risico op Perioperatieve cardiale complicaties verhoogd bij

A

Patiënt >65jr, grote operaties en risico op coronair lijden
Inschatten risico kan met Lee Revised cardiac risk index

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MET (metabolic equivalent of task) inschatting voor cardiale complicaties

A

Kijk naar hoeveelheid zuurstof vereist voor taak. Bijv. trap oplopen of stukje fietsen en dan inspanningstolerantie bepalen met scores (POB of buiten adem?). 1-4: laag, 4-7 gemiddeld, 7-10: hoog en 10+ is uitstekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Doelen POS circulatie

A
  • Bepaal of cardiale analyse moet plaatsvinden
  • Beoordelen of preoperatieve conditie patiënt geoptimaliseerd kan worden
  • Timing OK bepalen; niet kort na PTCA of tijdens decompensatio cordis
  • Gebruik antistolling coördineren.
    Meten vitale parameters en auscultatie longen en hart. AO: ECG, CHADSVASC-score e opvragen oude gegevens bij cardioloog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Van belang bij POS disability

A

Pre-existente neurologische status bepalen (pre-existente neurologische uitval als pupilverschil, afhangende mondhoek, krachtsverschil). En ziekte van Parkinson, medicatie doorgebruiken.
Belangrijk als bijv. hersenoperatie; was iets vooraf ook al zo of is het nieuw?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

POS exposure

A
  • Temperatuurmanagement; iedereen koelt af tijdens operatie, dus temp in gaten houden. Als teveel afkoelen, bloed stolt niet meer goed en grote complicatiekans.
  • Milieu interieur en endocrinologie: nierfunctiestoornis, schildklierziekte, bijschildklierinsufficiëntie en DM/glucosemonitoren
  • En nuchterbeleid: 6h vooraf niet meer eten anders kans op aspiratie en aspiratiepneumonie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Medicamenten die moeten worden gestaakt rondom operatie

A

(orale) antidiabetica, antistolling (ascal kan wel, niet: ticagrelor, DOAC, clopidogrel, coumarines) en lithium en MAO-remmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Operaties met verhoogd complicatierisico

A

Thoracotomie, laparotomie (grote buikoperatie) en craniotomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Risico’s algehele anesthesie en spinaal- en epiduraalanesthesie en locoregionale anesthesie

A
  • Algeheel: Heesheid, keelpijn, tandschade
  • Spinaal en epiduraal: hoofdpijn, bloeding en infectie
  • Locoregionaal: zenuwschade
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly