Fracturen Flashcards

1
Q

Contusie

A

Kneuzing, verwonding t.g.v. stomp geweld. De huid is intact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Distorsie

A

Verzwikking/verstuiking. Niet fysiologische beweging van gewricht. Sprake bandletsel of hematoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Fractuur

A

Verbreking natuurlijk botweefsel. Kan verschillende oorzaken hebben: traumatisch, pathologisch (botmetastase, osteoporose bijv.) of door stress (door excessieve repeterende beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Botopbouw

A

Epifyse is uiteinde, dan metafyse en diafyse zit in midden. Bot is door periost omgeven. Periost is met bot verbonden door vezels van Sharpey.
Vanuit mergholte komt bloedvoorziening naar het bot. In centrum zitten kanalen van Havers voor vascularisatie/innervatie, die zijn horizontaal verbonden door kanalen van Volkmann.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wil je weten als een patiënt op het spreekuur komt?

A

Traumamechanisme (hyperextensie? Of FOOSH (vallen bij wintersport en handpalm opvangen), was het hoog of laag energetisch, krachten en daarmee samenhangende dislocatie. En algemeen: VG, medicatie, allergie en intoxicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar kijk je naar bij LO?

A

Zwelling, hematoom, wond, stand, actief en passief BO, crepitatie, asdrukpijn en neurovasculaire stand.
Verder: is fractuur open of gesloten? En bijkomend weke delen letsel? Want van belang voor verdere behandeling. Want alle open fracturen behandelen met antibiotica en vroegtijdig plastische chirurgie consult

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gustillo classificatie voor open fracturen/weke delen letsel

A
  • Graad 1: wond <1cm (prikgat)
  • Graad 2: wond >1cm zonder ernstige weke delen letsel
  • Graad 3: >5cm met ernstig weke delen letsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

AO botbreuken

A
  • Röntgenfoto in verschillende richtingen en aangrenzende gewrichten
  • CT kan bij twijfel diagnose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Classificatie fractuur

A
  • Waar zit het: epifyse, metafyse of diafyse
  • En type: impressie, compressie, spiraal, fissuur, dwars, schuin, luxatie, communitief en avulsie. Vaak greenstick bij kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

AO classificatie/surgery reference voor lange beenderen breuken

A
  • Bot: humerus(1), radius/ulna, femur en tibia/fibula(4)
  • Segment: proximaal (1), diafysair (2) of distaal (3)
  • Fractuurlijn: enkelvoudig (A), los fragment (B) of communitief (C)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Belangrijkste classificaties voor botbreuken

A
  • AO: lange pijpbeenderen
  • Enkel: Weber en Lauge/Hanssen
  • Tibiaplateau: Schatzker 1-6
  • Open/gecompliceerd: Gustillo
  • Kinder/groeischijffractuur: Salter Harris
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verschillen tussen kinderen met volwassenen qua botten

A

Groeischijven, stevig periost/ligamenten, dikker kraakbeen en specifieke fracturen (greenstick, Torus en Bowing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Salter-Harris classificatie

A

I is zuivere epifysiolyse, II= epifysiolyse met metafysair fragment, III= fractuur epifyse, IV= fractuur epi- en metafyse en V= compressieletsel epifysairschijf, is de ergste breuk.
Bij type 3-5 afvragen of je moet opereren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Primaire fractuurgenezing

A

Anatomische repositie/fixatie, puur hierdoor vindt genezing plaats. Geen callusvorming, anatomische repositie en betreft (bijna) alle intra-articulaire fracturen. Bijv. operatie met plaat en schroeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Secundaire fractuurgenezing

A

Callus, fractuurdelen wel bij elkaar brengen maar moeten zelf vastgroeien. Externe periostale botvorming, vormt snel (woven bone) en fixeert provisorisch. Gebeurt snel!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 fasen van secundaire fractuurgenezing

A

Ontstekingsfase, granulatiefase, ossale callus en remodellering (afbraak overtollig callus 1-2jr).

17
Q

Delayed union, malunion en pseudoartrose

A
  • Delayed union: geen consolidatie <6mnd
  • Malunion: deformiteit
  • Pseudoartrose/non-union: geen consolidatie >9mnd. Hypertrofisch (wel callusvorming, bot groeit niet aan elkaar) of atrofisch.
18
Q

Doel fractuurbehandeling

A

Repositie (staat goed of niet), immobilisatie met gips/conservatief of operatief en revalideren.
Je wilt uiteindelijk weer functieherstel in breedste zin woord.

19
Q

Fracturen reponeren kan anatomisch en niet-anatomisch

A
  • Anatomisch: epifyse fracturen bij kinderen en intra-articulaire gewrichten
  • Niet-anatomisch: extra-articulaire fracturen bij kinderen en femur- of humerusschacht, tibia- bij volwassenen
20
Q

Conservatief vs. Operatief

A
  • Conservatief: goedkoop, gemakkelijk. Nadelen: langdurige immobilisatie, atrofie
  • Operatief: belastbaar, mobiliseren, minder pijn. Nadelen: weefselschade, ontlasten fractuurhematoom (is eigenlijk noodzakelijk) en operatiecomplicaties