Lekce 19 Flashcards
beleefd
zdvořilý
brief, de
dopis
dankzij;
in: dankzij haar
díky komu;
zde: díky jí
een keer
jednou
elkaar
navzájem
geacht
vážený
genieten; genoot, genoten van
těšit se z něčeho, radovat se
gids, de
průvodce
ingelosten
vložený
in/sluiten; sloot in ingesloten
vkládat
jaar, het
rok
krant, de
noviny
krantenknipsel, het
výstřižek z novin
maand, de
měsíc
mekaar; elkaar
navzájem
menselijk
lidský
minstens
alespoň
of - of
buď a nebo, nebo
om
in: het jaar is om
kolem, za
rok je pryč, uplynul
vergeten; vergat, heb/ben vergeten
zapomenout
volgend
následující
week, de
týden
in/sluiten; sloot in, ingesloten
vkládat
week, de
týden
verslag, het
zpráva
onderzoek, het
průzkum
indruk maken op iemand
zapůsobit na koho
terug/rijden
jet zpátky
bemachtigen
sehnat, získat
plein, het
náměstí
astrologische klok, de
orloj
ingewikkeld
složitý, komplikovaný
brug, de
most
besluiten
dohodnout se
halte, de
stanice
uit/stappen
vystoupit
trap, de
schody
klim, de
výstup
de moeite waard zijn
stát za to
blijken
ukázat se
geweldig
úžasný
uitzicht, het
rozhled