De Sprong Thema 1 Flashcards
aanmelding (de)
de inschrijving
afzeggen (zei/zegde af, h. afgezegd)
odříct (odvolat ap.), odvolat (domluvené ap.)
zeggen dat iets niet doorgaat
arbeidsmarkt (de)
de banenmarkt
bang zijn voor
vystrašený
het gevoel hebben dat er iets akeligs kan gebeuren, angstig zijn
begeleiding (de)
(vakkundige) begeleiding
(hudební) doprovod (klavírní ap.)
- vedení (odborné usměrňování ap.)
de hulp, de steun
behoren tot
behoorde, h. behoord
phr
Hij behoort tot de besten…
- náležet komu, patřit komu, být čí (majetek ap.)
- příslušet kam, k čemu, řadit se (do jisté skupiny ap.)
Patří k nejlepším…
horen bij, een onderdeel zijn van iets
belasten (belastte, h. belast)
- zatížit co (zatěžkat)
- (ekon.) zdanit co
- zatížit koho čím (daněmi, nároky ap.)
een moeilijke taak geven
betrouwbaar
důvěryhodný, spolehlivý
iemand die betrouwbaar is, is eerlijk en doet wat hij of zij belooft
bijzonder
adj 1. mimořádný 2. zvláštní (specifický, osobitý), speciální adv zvlášť (mimořádně ap.), obzvlášť
speciaal, apart, niet gewoon
circus (het)
een groep artiesten en dieren die in een tent optreden
dit komt omdat…
de oorzaak is dat…
een kleine drie uur
een beetje minder dan drie uur
eigenlijk
adv
v podstatě (téměř naprosto ap.)
part
vlastně, vůbec
in werkelijkheid (realita, skutečnost0, zoals het werkelijk is
emigreren
naar een ander land verhuizen
eng
- stísněný (prostor ap.)
- strašidelný (atmosféra ap.)
van iets wat eng is, word je bang
erachter komen
to espy (spatřit koho co) ontdekken (objevit co) (ontdekte, h. ontdekt)
flierefluiten
to slack (nedbalý, flákat, laxní)
geen serieuze activiteiten doen, luieren (zahálet, lenošit)
forse stijging (de)
pořádný vzestup, nárůst, vzrůst
de grote toename (nárůst)
geschikt
- příhodný (chvíle ap.)
- vhodný k čemu, způsobilý k čemu, pro co
goed, juist
gezamenlijk
adj 1.společný (úsilí ap.) 2. celkový (v součtu, úhrnu) adv 1. celkem, celkově (jako celek) 2. jednotně, společně (jednat ap.)
samen
indruk maken op
zapůsobit na koho (ohromit ap.), udělat dojem na koho
bijzonder gevonden worden door iemand
indrukwekkend
- efektní (silně působící ap.), působivý
- majestátní, impozantní (ohromný)
- úctyhodný (výsledek ap.)
iets wat indrukwekkend is, maakt veel indruk
jeugd (de)
- dorost (mládež ap.), mládež
- mládí
de tijd waarin je jong bent
jongere (de)
mladiství
een jong persoon
met een gerust hart
zonder zorgen (starosti, obavy, trápení)
nieuwsgierig
zvědavý
een nieuwsgierig wil graag dingen weten die niet voor hem of haar bedoeld zijn
nuttig
prospěšný pro koho/co, přínosný, užitečný
zinnig (rozumný), iets wat nuttig is, is goed om te gebruiken of te doen
ondersteunen (ondersteunde, h. ondersteund)
- podepřít co čím
- podpořit koho, podporovat koho
- podporovat (návrh ap.), schvalovat (plán ap.)
iemand helpen omdat hij problemen heeft
ontspanne
ontspande, h. ontspannen
- uvolněný (chování ap.)
- pohodový (atmosféra ap.)
v uvolnit (napětí ap.)
je lichaam en geest rustig maken door iets wat prettig is
onwaarschijnlijk
nepravděpodobný
iets wat onwaarschijnlijk is, gebeurt waarschijnlijk niet
oorzaak (de)
říčina čeho
de reden (důvod pro co)
opvoeding (de)
výchova
de zorg dat iemand goed gedrag ( chování, jednání (počínání si)) ontwikkeld (rozvinout, vyvinout)
pas
adv teprve part 1. až (nedávno ap.) 2. až (relativně pozdě)
niet eerder dan
realiseren (zich)
provést co (udělat ap.), provádět (činnost ap.), realizovat co (plán ap.)
beseffen (uvědomit si co), beginnen te weten, zich bewust (uvědomělý, vědomý) worden van
recent
nedávný, poslední
kort geleden
schuin
adj kosý, šikmý
adv šikmo
niet recht (rovný, přímý)
spannend
napínavý (film ap.)
spannende dingen zijn dingen waarvan je zenuwachtig wordt of die je volledige (úplný) aandacht (pozornost, ohled) vragen
stijgen
omhoog gaan
ten opzichte van
iem./iets proti čemu (ve srovnání s), oproti čemu (porovnání)
in vergelijking met iets proti čemu (ve srovnání s), oproti čemu (porovnání)
trainen
trénovat, cvičit, vyškolit
iets oefenen zodat je er steeds beter in wordt
uitdaging (de)
výzva pro koho (těžký úkol ap.)
een taak waarvan je weet dat hij moeilijk zal zijn, maar waarvan je verwacht dat het je zal lukken
uitgebreid
- obšírný (popis ap.)
- rozšířený (vyhledávání, možnosti ap.)
iets wat uitgebreid is, is groot en bevat veel details
uitoefenen
oefende uit, h. uitgeoefend
- provozovat (činnost ap.)
- vykonávat (funkci, povinnosti ap.), zastávat (funkci ap.)
- praktikovat
- vyvinout (nátlak ap.)
uitvoeren (vyvážet, provést, vykonat), doen
uitvinden (vond uit, h. uitgevonden)
vynalézt
ontdekken, uitzoeken
voor de lol
pro srandu
voor je plezier
voorbereiden (zich) op (bereidde voor, h. voorbereid)
připravit se na co, přichystat se na co
zorgen dat je klaar bent voor iets
voorkomen (voorkwam, h. voorkomen)
předejít čemu (nedorozumění ap.), předcházet čemu (prevencí ap.)
zorgen dat iets niet gebeurt
vrijwilliger (de)
dobrovolník
iemand die werk doet dat niet betaald wordt
waarmaken
naplnit očekávání, splnit očekávání, to prove, to live up to
realiseren
zelfstandig
adj samostatný (stát ap.)
adv zvlášť (odděleně), samostatně (ne v jednom)
onafhankelijk (nezávislý), zelfstandige mensen of zaken zijn niet van iemand of iets afhankelijk
huidig
dnešní, nynější
van dit moment, na nu
