De Opmat Thema 1 Flashcards
en
post office
postkantoor (het; -toren, thema 1)
en
goedendag (thema 1)
good day, hello
en
kerk (de; -en, thema 1)
church
en
doctor, physician
arts (de; -en, thema 1)
en
to, before; in front of; for
voor (thema 1, 2 en 3)
en
trein (de; -en, thema 1)
train
en
sunday
zondag (thema 1)
en
chair
stoel (de; -en, thema 1)
en
pin board
prikbord (het; -en, thema 1)
en
already
al (thema 1)
en
now, at present
nu (thema 1)
en
to answer
beantwoorden (thema 1)(beantwoordde, beantwoordden; heeft beantwoord)
en
fine, all right
prima (thema 1)
en
thursday
donderdag (thema 1)
en
year
jaar (het; jaren, thema 1)
en
word
woord (het; -en, thema 1)
en
naam (de; namen, thema 1)
name
en
hoe (thema 1)
how
en
to be called
heten ( thema 1) (heette, heetten; heeft geheten)
en
afternoon
middag (de; -en, thema 1)
en
wanneer (thema 1)
when
en
double
dubbel (thema 1)
en
number
nummer (het; -s, thema 1)
en
example
voorbeeld (het; -en, thema 1)