3A1 week 7 HC 3 Endocrinologie zwangerschap Flashcards

1
Q

Wat zijn kenmerken van de innesteling?

A

Nidatie
- Dag 16-22 / 5-10 dagen na ovulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kansen van een zwangerschap?

A
  • 20 tot 30% kans op zwangerschap
  • 20% eindigt na implantatie
  • 15% spontane miskraam (50-60% is chromosomaal afwijkend)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de endocrinologie van de vroege zwangerschap?

A
  • Placenta produceert hCG vanaf dag 7-8
  • Corpus luteum produceert oestrogenen en progesteron tot week 7-9
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van de placenta als endocrien orgaan?

A

Productie hormonen door syncytiotrofoblast
- Hypothalamus like: GnRH, CRH, TRH
- Hypofyse like: hCG, GH, ACTH, oxytocine
+ Cytokines, groeifactoren, steroiden en opiaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke hypofyse veranderingen treden er op tijdens de zwangerschap?

A

Hypertrofie door oestrogeen gestimuleerde lactotrofe cellen
-> 10x zoveel productie prolactine door oestrogenen en TRH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke schildklier veranderingen treden er op tijdens de zwangerschap?

A
  • Verhoogde functie door stimulatie hCG (lijkt op TSH)
  • Euthyreoot door TBG productie in lever door oestrogenen
  • Foetus is tot week 10-12 afhankelijk van maternaal FT4
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn oorzaken en gevolgen van maternale hyperthyreoidie?

A

Door hoog hCG: MOLA zwangerschap, meerlingen
-> hyperemesis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke bijnier veranderingen treden er op tijdens de zwangerschap?

A

Hypertrofie zona fasciculate, maar geen hypercortisolisme door stijging CBG
- Placentair CRH -> stijging ACTH -> stimulatie bijnier
- Striae en melasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke ovariele veranderingen treden er op tijdens de zwangerschap?

A

Corpus luteum produceert progesteron, androsteendion en testosteron
- Na 9 weken regressie en luteo-placental shift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kenmerken van hCG?

A

Human chorionic gonadotropine
- Overeenkomsten met LH, maar langere halfwaardetijd
- Synthese door syncytiotrofoblast
- Stimulatie steroidgenese van CL en placenta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verloopt de hCG serumspiegel?

A
  • Snelle steiging eerste weken (50% iedere 2 dagen), piek bij 8-10 weken
  • Daarna daling tot 10-20 IU/L
  • Constante ratio compleet en incompleet (a en b) hCG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kun je hCG diagnostisch gebruiken?

A
  • EUG: vanaf 1500-3000 UI/L moet embryo zichtbaar zijn
  • MOLA: zeer hoog hCG en toename b-hCG
  • Zwangerschaptest: epitoop b-subunit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke samenwerking voor steroidgenese vindt er plaats tussen placenta en foetus?

A
  • Foetale bijnier mist 3b-OH dehydrogenase dus is afhankelijk van placentair progesteron als cortisol precursor
  • Placenta mist 17a hydroxylase dus is afhankelijk van foetaal DHEA als oestrogeen precursor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn functies van progesteron?

A
  • Precursor foetale corticosteroiden en mineralocorticoiden
  • Behoud decidua/endometrium
  • Remming uteruscontracties
  • Immuunmodulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de functies van oestrogenen?

A
  • Regulatie placentaire progesteron productie
  • Borstklierweefsel ontwikkeling
  • Maternale cardio-vasculaire adaptatie
  • Circulerend bloedvolume
  • Renine-angiotensine systeem.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe komt de bevalling tot stand?

A

Wijziging in homeostase door foetale rijping:
- Toename foetale bijnier steroidgenese -> minder inhibitie placentaire CRH synthese door progesteron -> stijging ACTH -> toename foetale corticosteroiden -> toename steroidgenese (DHEAS) -> toename oestradiol conversie -> effect myometrium

17
Q

Welke effecten hebben oestrogenen op het myometrium?

A

Toename van gap junctions, oxytocine receptoren en prostaglandine receptoren

18
Q

Wat is het effect van toename van foetale corticosteroiden?

A
  • Prostaglandine (COX-2) synthese in placenta en vliezen
  • Shift naar progesteron receptor type A
  • Longrijping
19
Q

Welke medicamenten kunnen gegeven worden rondom de bevalling?

A
  • Prostaglandines (misoprostol) voor inductie baring en priming van cervix
  • Progesteron voor remming premature contracties
  • Dexamethasone/celestone voor longrijping
20
Q

Wat zijn gevolgen van foetale stress zoals infecties of hypoxie?

A

Stijging cortisol -> minder inhibitie CRH -> stijging ACTH -> stijging cortisol -> longrijping + partus prematures

21
Q

Wat zijn gevolgen van maternale stress zoals ontsteking?

A

Cytokines -> stijging foetale corticosteroiden -> stijging prostaglandines en oestrogenen -> contracties

22
Q

Wat zijn de belangrijkste hormonen bij lactatie?

A
  • Prolactine: synthese lactose, lipiden en caseine
  • Oxytocine: ontlediging alveoli en ductuli
    -> Tactiele impulsen en emotionele stimulie: toeschietreflex
23
Q

Hoe komt de melkproductie op gang?

A

Begin na sterke daling oestrogeen en progesteron
- 3-4 dagen postpartum
- Zuigen zorgt voor daling dopamine -> prolactine synthese

24
Q

Wanneer stopt melkproductie?

A

Bij hoge steroiden spiegels of inhibitie van prolactine door dopamine agonisten

25
Q

Wat zijn kenmerken van lactatie amenorroe?

A
  • Hyperprolactinemie onderdrukt GnRH en daarmee de menstruatie
  • FSH en LH normaliseren na 3-5 weken zonder borstvoeding
  • Bij volledige borstvoeding kan dit 3 maanden duren