3A1 week 3 HC 3 & 4 Seksualiteit Flashcards

1
Q

Hoe vaak komen seksuele problemen voor?

A

11% vd mannen en 15% vd vrouwen
- Oudere mannen, jonge vrouwen, in relatie tot ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn factoren van seksualiteit?

A

Seks, genderindentiteit, seksuele orientatie, erotiek, plezier, intimiteit, voortplanting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is gezonde seksualiteit?

A

Seksueel gedrag dat als egosyntoon en bevredigend wordt ervaren en waardoor geen schade wordt berokkend aanzelf of anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat het biopsychosociaal model?

A
  • Biologisch: leeftijd, gezondheid, medicatie
  • Psychologisch: persoonlijkheid, psychische problemen, verwachtingen, normen en waarden
  • Sociaal: cultuur, religie, relatie, opvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de psychosomatische cirkel van Bancroft?

A

Cognitieve factoren en tactiele prikkels -> limbisch systeem en ruggenmerg -> opwinding en genitale respons -> bewustwording -> cognitie
- Negatieve factoren kunnen overal in de cirkel remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verloopt de seksuele responscyclus?

A

Verlangen en opwinding -> orgasme -> herstel (fysieke en emotionele ontspanning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het incentive motivation model?

A

Je hebt zin in seks, omdat je seks hebt
- Voorwaarden: intact seksueel systeem, stimuli, geschikte omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke factoren hebben invloed op de zin in seks?

A

Context/situatie, communicatie en prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn mogelijke behandelingen bij seksuele problemen?

A

Psycho-educatie, cognitieve therapie en verbeteren van lichaamsbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe ziet de seksuele levensloop eruit?

A
  • Eerste levensfase: 0-25 jaar
  • Tweede levensfase: 25-55 jaar
  • Derde levensfase: ouder dan 55 jaar
  • Vierde levensfase: ouder dan 75 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe ziet de eerste levensfase eruit?

A

Lichamelijke ontwikkeling, ontdekken lichaam, eerste seksuele ervaringen, genderidentiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorwaarden voor een gezonde seksuele ontwikkeling?

A
  • Intacte seksuele anatomie & endocrinologie
  • Intact brein
  • Overeenstemming fenotype en genderidentiteit
  • Affectrijk pedagogisch klimaat
  • Positief voorbeeldgedrag
  • Positieve boodschappen tav seksualiteit
  • Mogelijkheid tot leeftijdsspecifiek cosensueel sexual rehearsel play
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn voorbeelden van verstoorde seksuele ontwikkeling?

A
  • Ziekte, aandoening of beperking: autonomie
  • Negatieve omgeving, seksueel misbruik: negatief beeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van seksuele ontwikkeling?

A
  • Eerste coïtus mediaan 18,6 jaar
  • Jonger starten leidt tot meer risicos
  • 50% gebruikt pil
  • Prepuberale ontwikkeling meer bij jongens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ziet de tweede levensfase eruit?

A
  • Langdurige relatie, zwangerschap, scheidingen (40-55 jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerken van seks tijdens de zwangerschap?

A
  • 1e trimester: daling door fysieke ongemakken
  • 2e trimester: normalisatie (meer fysiologische opwekking)
  • 3e trimester: daling (angst en fysieke ongemakken)
17
Q

Wat zijn kenmerken van seks na de bevalling?

A
  • Verhoogde kans op infecties in eerste 3 weken
  • Lactatie remt seksuele hormonen en veroorzaakt atrofie
  • Tragere fysiologische seksuele reacties en vermoeidheid
18
Q

Hoe ziet de derde levensfase eruit?

A

Hormonale veranderingen, overgang, penopauze, soms verlies partner

19
Q

Hoe ziet de faciliterende rol van androgenen eruit?

A
  • Testosteron: preparatie brein en genitalia
  • Oestrogenen: voorkomt atrofie, geen effect op lubricatie
20
Q

Hoe kan de menopauze leiden tot dyspareunie?

A

Vaginale droogheid door atrofie (oestrogenen) en verminderde lubcricatie (opwindingsprobleem)

21
Q

Wat zijn kenmerken van de penopauze?

A

Daling testosteron, onzekerheid, meer stimulatie nodig, langere refractaire periode

22
Q

Hoe ziet de vierde levensfase eruit?

A

50% heeft seksuele problemen, minder remmingen, soms overlijden partner

23
Q

Wat zijn predictoren voor seksuele satisfactie?

A
  • Geestelijke en fysieke gezondheid
  • Seksuele activiteit (use it or lose it)
  • Attitude
  • Partner
24
Q

Welke drie dimensies worden onderscheiden bij seksuele orientatie?

A

Seksueel gedrag, aantrekkingskracht en identiteit