3A1 week 7 HC 1 Normale bevalling Flashcards

1
Q

Wat zijn kenmerken van bevallingen in Nederland?

A
  • Veel thuisbevallingen en toename epiduraal verzoeken
  • 50% controle in 1e lijn
  • 17% bevalling in 1e lijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn kenmerken van een normale baring?

A
  • Amenorroeduur 37-42 weken
  • Hoofdligging
  • Spontane weeën, ontsluiting en uitdrijving
  • Geboorte complete placenta & vliezen binnen 1 uur
  • Totaal bloedverlies < 1 liter (wereldwijd 500 ml)
  • Gaaf perineum / 1e of 2e graads ruptuur / episotomie
  • Apgarscore > 7 na 5 minuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uit welke fasen bestaat de bevalling?

A

Ontsluitingfase, uitdrijvingsfase en nageboorte tijdperk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van de ontsluitingfase?

A
  • 1 cm progessie per uur door symmetrische contracties
  • Membraan activatie, cervicale dilatatie en uterus contracties
  • Verstrijken en verweken van portio door prostaglandines en caput (+ collagenase en elastase)
  • Foetale bewaking met CTG of doptone
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer is er sprake van een wee?

A

Zodra er sprake is van ontsluiting, daarvoor spreek je van harde buiken/contracties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe komen contracties tot stand?

A

Foetus -> CRF -> cortisol en DHEAS -> prostaglandines -> contracties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voel je bij de vaginale toucher tijdens ontsluitingsfase?

A

Portio, ontsluiting, vliezen, indaling, aard voorliggend deel en stand voorliggend deel
- Volledige ontsluiting is 10 cm, enkel ostium externum nog voelbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kun je de indaling van de foetus benoemen?

A

Vlakken van Hodge:
- Hodge 1: bovenrand symfyse
- Hodge 2: onderrand symfyse
- Hodge 3: interspinaallijn (nauwste punt)
- Hodge 4: bekkenbodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn kenmerken van de stand van het foetale caput?

A
  • Normaal: achterhoofd ligging, achterhoofd voor (Aav) -> 9,5 centimeter
  • Onmogelijk vaginaal: voorhoofdligging / niet geflecteerd -> 13,5 centimeter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voorwaarden voor het starten met persen?

A

Persdrang, Hodge 3 en volledige ontsluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er met de foetus tijdens de uitdrijvingsperiode?

A
  • Inwendige spildraai: van ovaal horizontaal (zijligging) naar ovaal verticaal (gezicht naar beneden) tot staand caput
  • Uitwendige spildraai: terug naar zijligging zodat schouders geboren kunnen worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van de uitdrijvingsperiode?

A
  • Perineum oprekken door weeën weg te puffen
  • Alleen persen bij wee
  • Check navelstreng na inwendige spildraai
  • Max 2 uur (primipara) of 1 uur (multipara)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar let je op direct na de geboorte?

A
  • Kind bij mama op de borst
  • Kind afdrogen en warm houden
  • Apgar score na 1, 5 en 10 minuten
  • Navelstreng afklemmen en doorknippen
  • Maternale condities: vitale parameters, bloedverlies en uterus palpatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van het nageboortetijdperk?

A

Vaak binnen 15 minuten, max 1 uur
- Actief: gecontraheerde uterus, lege blaas en controlled cord traction
- Observatie bloedverlies
- Zo nodig oxytocine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kun je onderzoeken of de placenta geboren kan worden?

A

Handgreep van Kustner: met ulnaire zijde vd hand boven symfyse drukken tegelijk met tractie van navelstreng
- Navelstreng beweegt niet naar binnen: placenta ligt los

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is perineumtrauma?

A

Ontstaan van inscheuring door passage van het hoofd door de vulva tijdens de baring
- Labia minora/majora, vaginawand, perineum, sphincter ani of rectumslijmvlies
- Vaak m. bulbospongiosus of m. transversus perinei superior

17
Q

Hoe kun je perineumtrauma indelen?

A
  • 1e graads: huid/vagina wand
  • 2e graads (50%): + onderhuids weefsel en spier
  • 3e graads (2%): + sphincter ani (a: EAS < 50%, b: EAS > 50%, c: EAS & IAS)
  • 4e graads: + rectum mucosa
18
Q

Welk uitwendig onderzoek kun je doen tijdens de ontsluitingsfase?

A

Handgrepen van Leopold
- Hoogte fundus (boven)
- Ligging foetus (zijkant)
- Aard voorliggend deel (onder, een hand)
- Indaling (onder)

19
Q

Waar hangt de duur van de uitdrijving van af?

A
  • Pariteit
  • Grootte, stand en indaling caput
  • Contracties en perstechniek
20
Q

Waar kijk je naar na de geboorte van de placenta?

A
  • Maternale zijde: compleetheid
  • Foetale zijde: insertie navelstreng
  • Vliezen: compleetheid en aspect
  • Navelstreng: aantal vaten, knopen en lengte/diameter
21
Q

Wat zijn kenmerken van het normale kraambed?

A
  • Begleiding door verloskundige of gynaecoloog
  • Kraamzorg tot dag 7-10
  • Hielprik op dag 5
22
Q

Wat is lochia?

A

Uitvloed uit de vagina na de bevalling door naweeën
- Bloed en endometrium resten
- Duurt 2 tot 6 weken