3A1 week 7 HC 2 Abnormale bevalling Flashcards
Wat zijn mogelijke oorzaken van morbiditeit na een abnormale bevalling?
Vroeggeboorte, dysmaturiteit, perinatale asfyxie, congenitale afwijkingen, hypertensieve ziekten, trombo embolieen, fluxus postpartum, infectie
Wat zijn drie mogelijke oorzaken van het niet normaal op gang komen van de baring?
- Premature ruptuur van de vliezen
- Cervix insufficiëntie
- Premature contracties
Wat zijn kenmerken van premature partus?
- Onder 37 weken
- 7% van de bevallingen
- Onder 32-34 weken: celestone, MgSO4 en remming
Wat zijn mogelijke gevolgen van premature partus?
- Respiratoire problematiek
- Sepsis
- NEC
- Intracraniele bloedingen
- Motorische problematiek
- Ontwikkelingsproblematiek
- Gedragsproblematiek
Wat zijn kenmerken van seroniteit?
Partus na 41/42 weken
- primen/rijpen met ballon of misoprostol
- inleiden bij rijpe portio met amniotomie of oxytocine
Welke pijnstilling kan durente partus gegeven worden?
- 1e lijn: lachgas en pethidine
- 2e lijn: remifentanil en epiduraal analgesie (23%)
Wat zijn voorbeelden van een abnormaal beloop van de ontsluitingsperiode?
- Niet vorderen (< 1 cm per uur)
- Meconiumhoudend vruchtwater
- Navelstrengprolaps
Wat is de differentiaal diagnose bij niet vorderende ontsluiting?
- Passage (baringskanaal): houding veranderen
- Passenger (positie)
- Powers: < 3-4 weeen per 10 minuten of niet krachtig genoeg
Welke liggingen kan de foetus hebben?
- Hoofd (96%): achterhoofd, kruin, voorhoofd of aangezicht
- Stuit (3,5%): onvolkomen, volkomen, half onvolkomen, voet
- Dwars (0,5%)
Wat zijn kenmerken van meconiumhoudend vruchtwater?
- Gerelateerd aan zwangerschapsduur
- Bevalling in 2e lijn en consult kinderarts
-> zuurstofgebrek, infecties, ademhalingsproblemen en meconium aspiratie syndroom
Wat zijn kenmerken van een navelstrengprolaps?
- Vooral bij voetligging
-> Hypoxie door afknelling of vaatspasmen als gevolg van temperatuurverschil
Wat zijn voorbeelden van een abnormaal beloop van de uitdrijvingsperiode?
- Niet vorderen
- Foetale nood
- Kunstverlossing
- Schouderdystocie
Wat zijn mogelijke oorzaken van niet vorderende uitdrijving?
- Suboptimale weeën: oxytocine
- Matige perstechniek: coaching
- Macrosomie
- Afwijkende stand caput foetus
Hoe kun je de foetale conditie monitoren?
- Echoscopisch
- Doptone: intermitterend cortonen
- CTG: constant cortonen
- Microbloedonderzoek (MBO): pH en base excess
Wat is het beleid bij een afwijkend CTG?
MBO uitvoeren
- Normaal: doorgaan
- Afwijkend < 7,25: kunstverlossing