3A1 week 6 HC 1 Epigenetica en imprinting Flashcards
Welke typen stamcellen zijn er?
- Totipotent: zygoten
- Pluripotent: embryonale stamcellen
- Multipotent: adulte stamcellen
- Unipotent: gedifferentieerd celtype
Welke transciptiefactoren spelen een belangrijke rol vroeg in de embryonale ontwikkeling?
LIF voor embryonale stamcellen en FGF4 voor trofoblast stamcellen
Hoe werkt de regulatie van chromatine?
Activatie of inactivatie (methylering) van naief chromatine door verandering in histon staarten
- Chromatine remoddeling complex bindt aan transcriptiefactoren
Wat zijn kenmerken van DNA methylering?
- CpG specifiek, 70% gemethyleerd
- CpG eilanden vaak niet gemethyleerd
- De novo methyl transferase 3a/b en 1 (voor kopieëren)
Hoe werkt DNA methylering?
- Actief: enhancer & genbody gemethyleerd
- Inactief: enhancer & promoter gemethyleerd
Wat is epigenetica?
Studie van omkeerbare erfelijke veranderingen in genfunctie die optreden zonder wijzigingen in de sequentie van het DNA
Hoe verschilt de epigenetica binnen en buiten individuen?
- Binnen individu in een celtype: vaak zelfde activatiepatroon
- Binnen verschillende individuen vaak verschillend patroon: SNIPs en omgevingsfactoren (20%)
Wat gebeurt er met methylering en modificaties tijdens de voortplanting?
Twee reset momenten:
- Gametogenese: de- en remethylering
- Bevruchting: demethylering (behalve imprinting)
Hoe werkt klonen?
Verwijderen van genetisch materiaal uit oocyt en introductie in somatische cel
Waarom is kloning erg inefficiënt?
Slechts 1% overleeft: te grote foetussen, onverklaard overlijden, obesitas
- Geen 1e en laterere verwijdering modificaties (30-50% geimprinte genen aangedaan)
Wat is genomic imprinting?
Ouder specifieke, mono allelische expressie van genen
- Methylering blokkeert expressie van 1 vd 2 allelen
Wat is het verschil tussen maternale vs paternale imprinting?
Vooral effect op embryonale groei
- Maternaal: remming, paternaal: stimulatie
Wat is het gevolg verlies van genomic imprinting (uniparentale embryos)?
- Vaak niet levensvatbaar
- Syndromen
Wat is het gevolg van uniparentale disomie op chromosoom 15?
- Prader Willy syndroom (maternaal): taal on ontwikkelings achterstand, obesitas
- Angelman syndroom (paternaal): mentale retardie, ongecontroleerd lachen
Hoe wordt imprinting gereguleerd?
Methylering van imprinting centers