3.5 Renine-Angiotensine-Aldosteron Systeem Flashcards

1
Q

Wat is het Renine-Angiotensine-Aldosteron Systeem (RAAS)?

A

Een hormonaal systeem voor de regulatie van de bloeddruk en regulatie van de Cardiovasculaire hermodelering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarbij vindt er een activatie van het RAAS-systeem plaats?

A
  • Lage bloeddruk (circulerend)
  • Hypovolemie & lage bloedvolume
  • Cardiovasculaire schade en nierschade (lokaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat er te zien bij een overactief RAAS-systeem?

A
  • Hypertensie
  • Hartfalen
  • Nierschade
  • Fibrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke 2 manieren kan de bloeddruk worden verhoogd?

A

1) De cardiac output verhogen door water- en zoutretentie waardoor het circulerend bloed toeneemt

2) De systemische vaatweerstand verhogen d.m.v. vasoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 werkingen heeft Angiotensine II?

A

1) Antidiuretische werking (nieren pompen voornamelijk Na terug naar het bloed, hogere bloedvolume)

2) Vasoconstrictieve werking in de arteriën (dus effect op de vaatwand)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt Angiotensine II gemaakt?

A

Pro-renine wordt omgezet in renine door de nier. Pro-hormoon angiotensinogeen (afgegeven door het lever) wordt door Renine ‘afgeknipt’ in Angiotensine I

Angiotensine I wordt door ACE omgezet in Angiotensine II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar wordt ACE aangemaakt?

A

In de longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke 2 receptoren kan Angiotensine II binden?

A

AT1 en AT2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar wordt Renine gemaakt?

A
  • Nieren
  • Juxtaglomerulaire apparaat om de afferente arteriole
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe worden de juxtaglomerulaire cellen geactiveerd?

A

Ze reageren op het verschil in uitrekking van de afferente arteriole in de nier, maar ook met de Macula Densa

Bij een lage bloeddruk geven de cellen Renine af in de bloedbaan waar Angiotensinogeen zich bevindt. Angiotensinogeen wordt in de bloedbaan omgezet in Angiotensine I (noradrenaline bindt aan bèta-1-receptor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de Macula Densa Cellen?

A

Ze zijn nauw verbonden met de Juxtaglomerulaire cellen

Ze nemen de samenstelling van de urine (voornamelijk Na concentratie) waar (bijv. te geconcentreerd) en communiceren met de Jutaglomerulaire cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe communiceren de Macula Densa met de Juxtaglomerulaire cellen?

A

Door prostaglandines direct af te geven aan Juxtaglomerulaire cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer geven de sympathische vezels signalen af aan de Juxtaglomerulaire cellen?

A

Als er een lage bloeddruk is waargenomen in de baroreceptoren in de aortaboog en de arteriae carotides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar wordt pro-renine omgezet in Renine?

A

In de lysosomen van de Juxtaglomerulaire cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar wordt Angiotensine I omgezet in Angiotensine II en waardoor?

A

ACE zet Angiotensine I om in Angiotensine II in het celmembraan van de endotheelcellen in de longen (ook wel beetje in het bloed)

Vorming van Angiotensine I is de snelheidsbepalende stap, doordat dit de langzaamste reactie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke 6 dingen zijn er verantwoordelijk voor de activatie van de type 1 Angiotensine receptoren (AT1)?

A
  • Vasoconstrictie
  • Zout/water reabsorptie
  • Aldosteron secretie
  • Verhogen van de sympathische activatie
  • Verhogen van de celgroei
  • Aanpassingen van de extracellulaire matrix
17
Q

Waar zorgen AT2-receptoren voor?

A
  • Vasodilatatie
  • Remming van de celgroei
  • Differentiatie (embryonaal)
  • Verlaging van de bloedvolume
18
Q

Wat doet de AT1 receptor met de alfa-1-receptoren in de bloedvaten?

A

De AT1 receptor kan de alfa-1-receptor stimuleren -> (Acute) vasoconstrictie (in de bloedvaten bij de gladde spiercellen)

19
Q

Wat doet Na in de nieren op de Bèta-1-receptor?

A

Wanneer Na in de nieren bindt aan een Bèta-1-receptor wordt de Renine afgifte verhoogd

20
Q

Welke middelen worden veel gebruikt om de bloeddruk te laten dalen?

A
  • AT1-antagonist
  • Bèta-1-antagonist (Bèta blokker)
21
Q

Waar wordt aldosteron afgegeven, waarop bindt het een waar zorgt het voor?

A

Aldosteron wordt in de bijnier afgegeven

Het bindt aan de Mineral Corticoid Receptor in de proximale tubulus en de collective duct.

Dit zorgt voor een Na+ en H2O reabsorptie en een dorstprikkel -> Toename bloedvolume

Er wordt meer Kalium uitgescheiden in de urine (Kalium verlies)

22
Q

Wat gebeurd er als de aldosteron wordt geblokkeerd met een Mineral Corticoid Receptorblokker?

A
  • Minder Natrium naar het bloed
  • Meer Kalium blijft in het bloed

Zo wordt Kalium uitscheiding gecompenseerd en verminderd

23
Q

Wat doet Aldosteron?

A

Het stimuleert opname van Na+ en H2O in het bloed en afvoer van K+ via de urine

24
Q

Is de feedbackloop in het RAAS-systeem negatief of positief?

A

Negatief

Binding aan de AT1-receptor remt de Renine afgifte

Bij lage BD wordt het RAAS-systeem positief gestimuleerd, maar het systeem is een negatieve terugkoppeling

25
Q

Waar zorgen ACE inhibitors voor?

A

Remmen van de Angiotensine II productie -> Bloeddrukverlaging

Kan ook de bradykinine (vasodilatatie molecuul) afbreken -> Extra vasodilatatie (werkt via NO)

Nadeel:
- Hoesten
- Door bradykinine gemedieerde constrictie van de bronchiën

26
Q

Wat is de werking van de ARBs (AT1-receptor blokker)?

A
  • Remmen van de AT1-receptor -> Remming vasoconstrictie
  • Stimuleren van de AT2-receptor -> Stimulatie van vasodilatatie -> Bloeddrukverlaging
27
Q

Wat is de werking van een Renine remmer?

A

Remming van de Angiotensine I en Angiotensine II productie -> Remming van de vasoconstrictie -> Bloeddruk verlaging

Nadeel:
- Gewenning

28
Q

Wat zijn de belangrijkste antihypertensiva?

A
  • ACE remmers -> Meest gebruikt
  • Renine remmers
  • AT1 remmers
  • Minerale Corticoid Receptor remmers -> Aldosteron dus ADH binding voorkomen (MR-antagonist)
29
Q

Uit hoeveel aminozuren bestaan de verschillende onderdelen van angiotensine?

A

Angiotensinogeen: 255
Angiotensine I: 10
Angiotensine II: 8

30
Q

Wat zijn de oorzaken van primaire en secundaire hypertensie?

A

Primaire hypertensie:
- Te hoog renine (verhoogde vasoconstrictie)
- Probleem met Na+ retentie (laag renine?)

Secundaire hypertensie:
- Hypertensie veroorzaakt door een ander ziektebeeld

31
Q

Waar bevinden zich de baroreceptoren en wat is hun functie?

A

Baroreceptoren bevinden zich in de carotis communis en de aortaboog

Bij een lage bloedvolume/bloeddruk worden er signalen gestuurd naar de hersenstam waardoor de sympathicus wordt geactiveerd. De productie van Na in de bijniermerg gaat omhoog. Gaat binden aan Bèta-1-receptoren in de nier waardoor de renine productie omhoog gaat